Joeri heeft bijna een maand bij oma Bos gelogeerd. Hij heeft op geen enkele manier contact met Stefan kunnen leggen. Als zijn ouders hem ophalen, blijken ze verhuisd te zijn. In het nieuwe huis is geen kamer voor Stefan. Op Joeri’s vragen geven zijn ouders lange tijd geen antwoord. Dan wil Joeri’s vader met hem praten.
‘Dit gaat over Stefan.’
Ik schrok. Dit was het dus. Nu zou ik te weten komen waar jij bent.
Pap zei: ‘Je moet goed luisteren, ik vertel het maar één keer. Daarna moet je proberen te vergeten wat ik heb gezegd en iets leuks gaan doen.’
‘Beloofd,’ zei ik snel. Maar of ik het wilde vergeten, zou ik nog wel zien.
Het was stil.
Pap zei: ‘We hebben lang niet over Stefan gepraat. Dat heeft een reden.’
En weer was het stil.