Rekenen optellen en aftrekken met honderdtallen

Rekenen optellen en aftrekken
Meneer Terlouw
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenISK

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Rekenen optellen en aftrekken
Meneer Terlouw

Slide 1 - Tekstslide

Wat is optellen?

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld optellen
Meneer Terlouw telt 18 rekenboeken en 12 leesboeken

Hoeveel boeken heeft meneer?

Slide 3 - Tekstslide

Hoe rekenen we de som uit?
Stap 1.
Schrijf de getallen onder elkaar, opgedeeld in kolommen

H = honderdtallen
T = tientallen
E = eenheden.



Slide 4 - Tekstslide

Stap 2: Tel de honderdtallen bij elkaar op

Slide 5 - Tekstslide

Stap 3: Tel de tientallen bij elkaar op

Slide 6 - Tekstslide

Stap 4: Tel de eenheden bij elkaar op

Slide 7 - Tekstslide

Stap 5: Uitkomst

Slide 8 - Tekstslide

Samen oefenen
H
T
E
1
2
4
1
4
1
2
0
0
6
0
5
2
6
5

Slide 9 - Tekstslide

Samen oefenen
H
T
E
9
7
1
1

Slide 10 - Tekstslide

Samen oefenen
H
T
E
5
1
0
1
5
9

Slide 11 - Tekstslide

Samen oefenen
Nadih gaat op vakantie naar een tropisch eiland met twee mooie stranden. Het ene strand is 554 meter lang en het andere strand is 276 meter lang. 

Hoeveel meter strand is er op het tropische eiland?


H
T
E

Slide 12 - Tekstslide

Reken zelf uit
H
T
E
5
1
0
1
5
9

Slide 13 - Tekstslide

Reken zelf uit
H
T
E
9
0
1
5
9

Slide 14 - Tekstslide

Reken zelf uit
H
T
E
4
1
4
4
8
2

Slide 15 - Tekstslide

Reken zelf uit
H
T
E
1
2
7
4
5
1

Slide 16 - Tekstslide

Reken zelf uit
H
T
E
9
9
9
1
1

Slide 17 - Tekstslide

Wat is aftrekken?

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld aftrekken
Klas twee heeft 20 leerlingen, 5 leerlingen zijn ziek.

Hoeveel leerlingen zijn er vandaag?

Slide 19 - Tekstslide

Maar.... soms moet je lenen
Kijk mee

Slide 20 - Tekstslide

Hoe rekenen we de som uit?
Stap 1.
Schrijf de getallen onder elkaar, opgedeeld in kolommen

H = honderdtallen
T = tientallen
E = eenheden.



412-138=...

Slide 21 - Tekstslide

Stap 1
Schrijf de getallen onder elkaar, opgedeeld in kolommen

H
T
E
4
1
2
1
3
8

Slide 22 - Tekstslide

Stap 2
Trek de eenheden van elkaar af

2 is te klein om 8 van af te trekken
We lenen 1 tiental van de 1 in de tientallen (die wordt 0).
De 2 wordt dan 12.

H
T
E
4
1 0
2
1
3
8
4
/          1

Slide 23 - Tekstslide

Stap 3
Nu trekken we de tientallen van elkaar af

Door het lenen is er nu 0 over bij de tientallen.
0 - 3 kan niet, dus we lenen 1 honderdtal van de 4 (die wordt 3).
0 wordt 10.


H
T
E
4
1 0
2
1
3
8
7
4
1          1
/ 3

Slide 24 - Tekstslide

Stap 4
Nu trekken we de honderdtallen van elkaar af

3 - 1 = 2


H
T
E
4
1 0
2
1
3
8
2
7
4
1          1
/ 3

Slide 25 - Tekstslide

Reken zelf uit
H
T
E
8
7
4
2

Slide 26 - Tekstslide

Reken zelf uit
H
T
E
1
5
6
7
9

Slide 27 - Tekstslide

Reken zelf uit
H
T
E
2
3
4
8
8

Slide 28 - Tekstslide

Reken zelf uit
H
T
E
6
3
2
7

Slide 29 - Tekstslide

Reken zelf uit
H
T
E
1
0
2
5
8

Slide 30 - Tekstslide

Wie begrijpt het?

Slide 31 - Tekstslide