In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H3. Mengsels scheiden
Slide 1 - Tekstslide
Is er sprake van een chemische reactie?
A
Ja
B
Nee
C
Ik weet het niet
D
Ik weet het maar ik kan het niet uitleggen
Slide 2 - Quizvraag
Hoe noemen we deze scheidingsmethode?
Slide 3 - Open vraag
Een pot jam van 450 g bevat 30 g suiker. Bereken het massapercentage suiker in de jam.
Slide 4 - Open vraag
Hoe noem je dat wat achterblijft in het indampschaaltje na het indampen?
A
neerslag
B
residu
C
filtraat
D
destilaat
Slide 5 - Quizvraag
Wat scheidt je bij indampen
A
Een opgeloste stof
van een vloeistof
B
Een vloeistof
van een vloeistof
C
Een vaste stof
van een vloeistof
D
Een vloeistof
van een vaste stof
Slide 6 - Quizvraag
Destilleren berust op ...
A
verschil in deeltjesgrootte
B
verschil in dichtheid
C
verschil in kookpunt
D
verschil in aanhechtingsvermogen
Slide 7 - Quizvraag
Elke scheidingsmethode berust op een verschil in stofeigenschap. Sleep de eigenschappen naar je juiste scheidingsmethode.
Filtreren
Extraheren
Indampen
Bezinken en afgieten
Deeltjesgrootte
Dichtheid
Kookpunt
Oplossingsvermogen
Slide 8 - Sleepvraag
In 200 mL pekel is 5,0 gram keukenzout opgelost. Bereken de concentratie keukenzout in g/L
Slide 9 - Open vraag
Bezinken
Destilleren
Indampen
Filtreren
Slide 10 - Sleepvraag
Adsorberen is een scheidingsmethode. Leg uit hoe dit werkt.
Slide 11 - Open vraag
Waarop berust de scheidingsmethode: adsorberen?
Slide 12 - Open vraag
Spiritus bestaat uit de volgende stoffen: 212 ml alcohol, 8 ml methanol en 30 ml water. a. bereken het volumepercentage alcohol b. bereken het volumepercentage methanol