H1.2 antwoorden Havo

Antwoorden H1.2
Pulsar 3e editie Havo
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Antwoorden H1.2
Pulsar 3e editie Havo

Slide 1 - Tekstslide

11
Door de stijgende temperatuur zet de vloeistof in een thermometer uit. Hierdoor stijgt het vloeistof- niveau. De hoogte van het niveau zegt iets over de uitzetting en daarmee de temperatuur.
N.B. Het glazen buisje zet (vrijwel) niet uit.

Slide 2 - Tekstslide

12a
1m koper zet bij 1°C temperatuurstijging 16,8 · 10–6 m uit. 

Bij een temperatuurstijging van 50 °C is dit 50x zo veel. 
De uitzetting is dus: 50×16,8·10–6 = 8,4·10–4 m.

Slide 3 - Tekstslide

12b
1 m koper zet bij 1°C temperatuurstijging
16,8 · 10–6 m uit. 50 m koper zet 50x zo veel uit. De uitzetting is dus: 50×16,8·10–6 =8,4·10–4 m.
Dit is hetzelfde antwoord als vraag a. Het maakt niet uit of de temperatuur 50x zo hoog wordt of de staaf 50x zo lang is, het levert dezelfde uitzetting op.

Slide 4 - Tekstslide

13
1 m ijzer zet 11,7 · 10–6 m uit bij een temperatuurstijging van 1 °C. Het ijzer is echter uitgezet over een lengte van 
2,34 · 10–5 m. Dit is 2,34 · 10–5/11,7 · 10–6 = 2 maal zo veel.
De temperatuur is dus 2 °C gestegen.

Slide 5 - Tekstslide

14


De dichtheid is afhankelijk van de temperatuur.

Slide 6 - Tekstslide

15a
De dichtheid van aanstekergas in de gasfase is veel kleiner dan de dichtheid van aanstekergas in de vloeibare fase. Een zelfde hoeveelheid neemt nu veel meer ruimte in.

Slide 7 - Tekstslide

15b

2 L = 2 dm3 = 2 × 1000 cm3 = 2 · 103 cm3 = 2 · 103 mL

Slide 8 - Tekstslide

15c

De massa is hetzelfde,als er geen butaan is ontsnapt hebben we een zelfde hoeveelheid butaan. Dus dezelfde massa.

Slide 9 - Tekstslide

15d
1 ml is gelijk aan 1 cm3.
dichtheid = massa / volume, oftewel ρ = m/V 
De dichtheid van vloeibaar butaan is 1,1 g/cm3 = 1,1 g/mL. 
1 mL heeft een massa van 1,1g ,dus 5mL heeft een massa van 5,5g.

Slide 10 - Tekstslide

15e
Dezelfde 5,5 g neemt nu een volume in van 2 liter.
2 liter is gelijk aan 2 · 103 cm3
De dichtheid is dus:
ρ=m/V = 5,5 g/ 2 · 103 cm3 = 2,75·10–3g/cm 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide