Week 9 Oefenen leesvaardigheid

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda Introductie 


1. Green/BLack Friday antwoorden 
2. Video kijken (klimaat) 
3. Lezen korte tekst + Oefenen met examenbegrippen (leesvaardigheid)
Nodig: pen, papier, laptop.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Leerdoelen Les

Oefenen met tekstverbanden (en signaalwoorden) door te lezen over bomen en voedselbossen. 

Je leest een tekst en maakt er vragen over 


Slide 3 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
Deze periode 


Sollicitatiebrief 

Maatschappelijk mondeling
Debat over een door ons gegeven onderwerp, dat jij vooraf gaat onderzoeken en voorbereiden
Hst 19/20 Kern
Lessonups
Instructies op Teams
Portfolio
Lees- en schrijfvaardigheid 
Proefwerk van 120 minuten 
Kern hst 2, 14, 15, 27, 28, 53, 54

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 5 tekstdoelen.
Welk tekstdoel heeft een geboortekaartje?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 5 tekstdoelen.
Welk tekstdoel heeft een reclame?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Iemand maakt een verslag van de examenreis voor de nieuwsbrief voor ouders, welke tekstvorm en -doel is dat dan?
A
Discussiestuk: overtuigen
B
Verslag: informeren
C
Recensie: overtuigen
D
Verhaal: amsueren

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoel: overtuigen
Wat voor een tekstsoort zou dit tekstdoel kunnen hebben?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoel en tekstsoort
Tekstdoel:          Tekstsoort:
  • Informeren   -    informatieve tekst - feitelijk
  • overtuigen    -    betogende tekst - waarderend/mening
  • amuseren     -    amuserende tekst - verhalend/vermaak
  • activeren       -    activerende tekst 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord staat er in deze zin en wat is het verband tussen de twee zinnen?
Er worden in Nederland weer veel bomen geplant zoals eiken, lindes, beuken, berken en haagbeuken.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hoofdgedachte van dit filmpje (wat is de belangrijkste informatie?)

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hoofdgedachte van dit filmpje (wat is de belangrijkste informatie?)

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst 
Maak de vragen
Zoek de woorden op die je niet kent 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag hst 54


Blz. 112
Maak de vragen 3, 4 en 8

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden 
3 B, C, D 
4 a Met ‘Wist je dat…? probeert de schrijver de aandacht te trekken van degene voor wie de  vraag bedoeld is. De schrijver wil de ander iets nieuws vertellen; hij hoeft niet per se te weten  of diegene dat al wist.
b De schrijver wil de aandacht van de lezer trekken om de lezer met een grapje te vermaken.
c De schrijver wil met de retorische vraag ‘Wie is er niet groot mee geworden?’ de aandacht  trekken. Doordat het antwoord op een retorische vraag voor de hand ligt, wekt de schrijver  de indruk dat iedereen groot is geworden met Cal
8 A, D, E

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies