Schrijfopdracht - Betoog les 3 (feedback)

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemiddag klas 3I

Vandaag...
- Dagopening
- Feedback geven op elkaars betoog
- Herkennen van argumenten en weerlegging



Leerdoelen:
- Ik kan een betoog schrijven met een inleiding, middenstuk en slot
Huiswerk vrijdag 9 juni
Lever de definitieve versie van je betoog in bij opdrachten in Teams
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemiddag klas 3I

Vandaag...
- Dagopening
- Feedback geven op elkaars betoog
- Herkennen van argumenten en weerlegging



Leerdoelen:
- Ik kan een betoog schrijven met een inleiding, middenstuk en slot
Huiswerk vrijdag 9 juni
Lever de definitieve versie van je betoog in bij opdrachten in Teams

Slide 1 - Tekstslide

Vrijdag 3 juni
DIA-toetsen 

Neem je oortjes en je leesboek mee!

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
Elkaar feedback geven op betoog versie 1

Aan het eind van de les:
  • weet je wat er goed is aan jouw eerste versie;
  • weet je wat je nog kunt verbeteren aan de eerste versie.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
Je probeert de lezers voor jouw mening te winnen. 
Een overtuigende tekst:
  • bevat een duidelijke standpunt: jouw opvatting over een kwestie.
  • bevat goede argumenten bij het standpunt: waarom heb je deze mening?
  • bevat feiten om het standpunt te ondersteunen. 


Slide 4 - Tekstslide

Schrijfopdracht - betoog
Inlevereisen 
Het betoog wordt beoordeeld met een cijfer (1x). Bij het nakijken woordt gelet op de leerdoelen en: 
• De tekst bevat minimaal 300 woorden
• De tekst bevat minimaal twee argumenten en 1 tegenargument + weerlegging
• Spelling en formulering
• Volledigheid
• De opdracht lever je in via ‘opdrachten’ in Teams


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht deze les
Neem de gekregen feedback door. Bepaal of je het eens bent met de feedback. Herschrijf vervolgens jouw eerste versie. 
Let goed op spelling, leestekens, formulering, hoofdletters, etc.
timer
20:00

Slide 7 - Tekstslide

Lezen H3

Slide 8 - Tekstslide

Je moet je warm aankleden als je de deur uitgaat, WANT DE TEMPERATUUR KOMT VANDAAG NIET BOVEN NUL.
A
standpunt
B
argument

Slide 9 - Quizvraag

De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen: DAAROM KUNNEN WE BETER STOPPEN MET HET EUROVISIE SONGFESTIVAL.
A
standpunt
B
argument

Slide 10 - Quizvraag

Noteer het standpunt (S) en het argument (A).

Omdat jongeren vaak nog niet goed weten wat ze willen, moet de leeftijdsgrens voor het laten plaatsen van tatoeages naar achttien jaar.

Slide 11 - Open vraag

Argumentatie (1)
De schrijver van een overtuigende tekst wil de lezer overtuigen van zijn standpunt of mening. Hij onderbouwt zijn standpunt met argumenten

Er zijn twee soorten argumenten:
  • Feitelijke argumenten: deze kun je controleren (het is waar of niet waar)
  • Waarderende argumenten: deze kun je niet controleren

Slide 12 - Tekstslide

Argumentatie (1)
Je kunt je standpunt met één of meer argumenten onderbouwen. We hebben drie vormen van argumentatie behandeld: ​

  • Enkelvoudige argumentatie​
  • Nevenschikkende argumentatie​
  • Onderschikkende argumentatie​


Slide 13 - Tekstslide

Argumentatie (1)
Enkelvoudige argumentatie: de schrijver onderbouwt zijn argument met één standpunt. 

Slide 14 - Tekstslide

Argumentatie (1)
Nevenschikkende argumentatie: de schrijver onderbouwt zijn standpunt met meerdere argumenten.

Slide 15 - Tekstslide

Argumentatie (1)
Onderschikkende argumentatie: de schrijver onderbouwt zijn standpunt met meerdere argumenten. Het argument onderbouwt hij met een ondersteunend argument.

Slide 16 - Tekstslide

Lezen H4

Slide 17 - Tekstslide

Argumentatie (2)
Een schrijver kan zijn lezer ook overtuigen door te laten zien dat mogelijke argumenten tégen zijn standpunt niet kloppen. Dit wordt weerleggen genoemd. Met een weerlegging ontkracht je een argument of een tegenargument.

Slide 18 - Tekstslide

Argumentatie (2)
Standpunt: Leerlingen moeten in de les naar muziek kunnen luisteren, als ze dat willen.

Argument tegen het standpunt van de auteur: 
Van muziek in de klas wordt vaak gezegd dat het slecht is voor de concentratie. 

Weerlegging: 
Daar heb ik echter nog nooit iets van gemerkt. Als wij van een docent weleens naar muziek mogen luisteren in de les, kun je - als je je koptelefoon even afdoet - gewoon een speld horen vallen: iedereen is met zijn werk bezig, ook de leerlingen die niet naar muziek luisteren, want zij worden niet afgeleid door anderen. aan het einde van de les heeft bijna iedereen zijn huiswerk af.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link