H4 Lezen

Wat gaan we deze les doen?
  • Wat weet je nog van Lezen H3?
  • Uitleg Lezen H4
  • Opdrachten maken bij Lezen H4

Doelen van deze les: 
  • Ik kan een argumentatie weergeven in een blokjesschema.
  • Ik kan onderscheid maken tussen standpunten, argumenten, tegenargumenten en weerleggingen.

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?
  • Wat weet je nog van Lezen H3?
  • Uitleg Lezen H4
  • Opdrachten maken bij Lezen H4

Doelen van deze les: 
  • Ik kan een argumentatie weergeven in een blokjesschema.
  • Ik kan onderscheid maken tussen standpunten, argumenten, tegenargumenten en weerleggingen.

Slide 1 - Tekstslide

Lezen H3

Slide 2 - Tekstslide

Je moet je warm aankleden als je de deur uitgaat, WANT DE TEMPERATUUR KOMT VANDAAG NIET BOVEN NUL.
A
standpunt
B
argument

Slide 3 - Quizvraag

De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen: DAAROM KUNNEN WE BETER STOPPEN MET HET EUROVISIE SONGFESTIVAL.
A
standpunt
B
argument

Slide 4 - Quizvraag

Noteer het standpunt (S) en het argument (A).

Omdat jongeren vaak nog niet goed weten wat ze willen, moet de leeftijdsgrens voor het laten plaatsen van tatoeages naar achttien jaar.

Slide 5 - Open vraag

Argumentatie (1)
De schrijver van een overtuigende tekst wil de lezer overtuigen van zijn standpunt of mening. Hij onderbouwt zijn standpunt met argumenten

Er zijn twee soorten argumenten:
  • Feitelijke argumenten: deze kun je controleren (het is waar of niet waar)
  • Waarderende argumenten: deze kun je niet controleren

Slide 6 - Tekstslide

Argumentatie (1)
Je kunt je standpunt met één of meer argumenten onderbouwen. We hebben drie vormen van argumentatie behandeld: ​

  • Enkelvoudige argumentatie​
  • Nevenschikkende argumentatie​
  • Onderschikkende argumentatie​


Slide 7 - Tekstslide

Argumentatie (1)
Enkelvoudige argumentatie: de schrijver onderbouwt zijn argument met één standpunt. 

Slide 8 - Tekstslide

Argumentatie (1)
Nevenschikkende argumentatie: de schrijver onderbouwt zijn standpunt met meerdere argumenten.

Slide 9 - Tekstslide

Argumentatie (1)
Onderschikkende argumentatie: de schrijver onderbouwt zijn standpunt met meerdere argumenten. Het argument onderbouwt hij met een ondersteunend argument.

Slide 10 - Tekstslide

Lezen H4

Slide 11 - Tekstslide

Argumentatie (2)
Een schrijver kan zijn lezer ook overtuigen door te laten zien dat mogelijke argumenten tégen zijn standpunt niet kloppen. Dit wordt weerleggen genoemd. Met een weerlegging ontkracht je een argument of een tegenargument.

Slide 12 - Tekstslide

Argumentatie (2)
Standpunt: Leerlingen moeten in de les naar muziek kunnen luisteren, als ze dat willen.

Argument tegen het standpunt van de auteur: 
Van muziek in de klas wordt vaak gezegd dat het slecht is voor de concentratie. 

Weerlegging: 
Daar heb ik echter nog nooit iets van gemerkt. Als wij van een docent weleens naar muziek mogen luisteren in de les, kun je - als je je koptelefoon even afdoet - gewoon een speld horen vallen: iedereen is met zijn werk bezig, ook de leerlingen die niet naar muziek luisteren, want zij worden niet afgeleid door anderen. Aan het einde van de les heeft bijna iedereen zijn huiswerk af.

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen!
We maken samen opdracht 1.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
Ga zelfstandig verder met Lezen H4.

Slide 15 - Tekstslide

In hoeverre heb je het lesdoel gehaald:
Ik kan onderscheid maken tussen standpunten, argumenten, tegenargumenten en weerleggingen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Huiswerk

Lezen H4: opdr. 2

Je maakt deze opdracht niet online, maar uit het boek!


Slide 17 - Tekstslide