Bs 2 - BiNaS 84

op een cel met een MHC-I receptor kan géén MHC-II receptor zitten
A
juist
B
onjuist
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

op een cel met een MHC-I receptor kan géén MHC-II receptor zitten
A
juist
B
onjuist

Slide 1 - Quizvraag

Bij de eerste ontmoeting bindt een macrofaag een antigeen op...
A
MHC-eiwit klasse II
B
aspecifieke receptor

Slide 2 - Quizvraag

MHC-II receptoren vindt je op macrofagen. Op welke witte bloedcellen nog meer?
A
B-cel
B
dendritische cel
C
geen van beiden
D
op zowel B-cel als dendritische cel

Slide 3 - Quizvraag

Door welk type verworven afweer worden bacteriën hoofdzakelijk onschadelijk gemaakt
A
humoraal
B
cellulair

Slide 4 - Quizvraag

Na fagocytose presenteert een macrofaag een antigeen op...
A
MHC-eiwit klasse II
B
aspecifieke receptor

Slide 5 - Quizvraag

Door welk type verworven afweer worden toxinen van bacteriën hoofdzakelijk onschadelijk gemaakt
A
cellulair
B
humoraal

Slide 6 - Quizvraag

virussen worden door zowel humorale als cellulaire afweer onschadelijk gemaakt
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Welke celtypen zijn die betrokken bij de aspecifieke (aangeboren) afweer?

A
cellen van het complementsysteem
B
fagocyten
C
monotypen
D
natural killer cellen

Slide 8 - Quizvraag

Welk type antistof of welke typen antistoffen wordt doorgegeven van moeder op het kind wanneer het borstvoeding krijgt?
A
IgA
B
IgD
C
IgE
D
IgG

Slide 9 - Quizvraag

Welk celtype hoor er niet bij ....
A
inactieve B-cellen
B
dendritische cellen
C
macrofagen
D
inactieve T-cellen

Slide 10 - Quizvraag

Welk organel in een plasmacel is vanwege de functie van die cel méér aanwezig dan in andere bloedcellen.
A
endoplasmatisch reticulum
B
Golgi apparaat
C
lysosym
D
mitochondrium

Slide 11 - Quizvraag

Welk type antistof wordt doorgegeven van moeder op het ongeboren kind
A
IgA
B
IgD
C
IgE
D
IgG

Slide 12 - Quizvraag

Een geactiveerde Th-cel activeert de pre-Tc-cel wanneer deze Tc-cel
A
nog niet gebonden is aan een geïnfecteerde cel
B
al wel gebonden is aan een geïnfecteerde cel
C
op geen van beide manieren
D
op alle twee de manieren

Slide 13 - Quizvraag

Immuniteit op de lange termijn hangt af van ...
A
de hoeveelheid antistoffen die wordt gevormd
B
de hoeveelheid geheugencellen dat wordt gevormd

Slide 14 - Quizvraag