Herhalen H7

Herhalen H7
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Herhalen H7

Slide 1 - Tekstslide

Bij een onderzoek vindt men een 68%-betrouwbaarheidsinterval van [0,472; 0,428]. Bereken de standaardafwijking.
Hoeveel standaardafwijkingen liggen er in het 68%-betrouwbaarheidsinterval?

Slide 2 - Open vraag

Wat is de mediaan?
A
2
B
3
C
2,5
D
er is geen mediaan

Slide 3 - Quizvraag

Wat is geen centrummaat?
A
Gemiddelde
B
Standaardafwijking
C
Mediaan
D
Modus

Slide 4 - Quizvraag

Welke centrummaat is gevoelig voor uitschieters?
A
modus
B
mediaan
C
gemiddelde

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de
mediaan?
A
10
B
18
C
20
D
30

Slide 6 - Quizvraag

Populatieproportie en steekproefproportie 

Slide 7 - Tekstslide

Je onderzoekt hoeveel Nederlanders er gebruik maken van verschillende streamingsdiensten. Je ondervraagt 120 mensen en je ontdekt dat van deze 120 mensen er 30 mensen Netflix gebruiken.
A
De steekproefproportie is 25%
B
De steekproefproportie is 0,25
C
De populatieproportie is 25%
D
De populatieproportie is 0,25

Slide 8 - Quizvraag

Wat voor figuur zie je hiernaast?
Op de verticale as staan percentages.
A
normale frequentie polygoon
B
cumulatieve frequentie polygoon
C
relatieve frequentie polygoon
D
relatieve cumulatieve frequentie polygoon

Slide 9 - Quizvraag

Meertoppige verdeling
symmetrische verdeling
scheve verdeling
uniforme verdeling

Slide 10 - Sleepvraag

Zet op de goede plaats
Gem.
Mod.
Med.

Slide 11 - Sleepvraag

Er zijn 3 vuistregels bij de normaalverdeling. Een daarvan is
A
ongeveer 95% van de waarnemingsgetallen ligt tussen μ – 2σ en μ + 2σ
B
ongeveer 100% van de waarnemingsgetallen ligt tussen μ – 2σ en μ + 2σ
C
ongeveer 68% van de waarnemingsgetallen ligt tussen μ – 2σ en μ + 2σ
D
ongeveer 34% van de waarnemingsgetallen ligt tussen μ – 2σ en μ + 2σ

Slide 12 - Quizvraag

Vuistregels normaalverdeling
Aantekening!

Slide 13 - Tekstslide

11.1C Het steekproefgemiddelde.

Slide 14 - Tekstslide

steekproefgemiddelde:

  1. staat er in de vraag het woord 'steekproef' en vragen ze naar het gemiddelde

  2. gebruik, met de nieuwe standaardafwijking, de vuistegels van de normaalverdeling voor het betrouwbaarheidsinterval
populatiegemiddelde:

  1. Vragen ze naar het gemiddelde van een hele populatie
  2. Voor het 95% betrouwbaarheidsinterval gebruik:

Slide 15 - Tekstslide

Steekproefproportie:
  1. wordt er gevraagd naar een deel(proportie) van een steekproef
  2.                                                                                 
  3. gebruik, met de nieuwe standaardafwijking, de vuistegels van de normaalverdeling voor het betrouwbaarheidsinterval
Populatieproportie:
  1. wordt er gevraagd naar een deel van (proportie) van een hele populatie
  2. voor het 95% betrouwbaarheidsinterval gebruik:

Slide 16 - Tekstslide

Het 68%-betrouwbaarheidsinterval is:
A
[μ+2σ ; μ-2σ]
B
(-34% ; +34%)
C
[μ-σ ; μ+σ]
D
[μ-2σ ; μ+2σ]

Slide 17 - Quizvraag

Van de 110 leerlingen hadden 48 leerlingen een voldoende.
Wat is het 95 % betrouwbaarheidsinterval?

Slide 18 - Open vraag

  • In dit hoofdstuk heb je kennis gemaakt met twee soorten betrouwbaarheidsintervallen.
  • Het 95%-betrouwbaarheidsinterval voor het populatiegemiddelde.
  • Het 95%-betrouwbaarheidsinterval voor de populatieproportie.

Slide 19 - Tekstslide

Wat heeft invloed op de nauwkeurigheid van een 95%-betrouwbaarheidsinterval
A
Het steekproefgemiddelde
B
De standaardafwijking
C
De grootte van de steekproef

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Betrouwbaarheidsinterval voor de populatieproportie
Betrouwbaarheidsinterval voor een populatiegemiddelde

Slide 22 - Sleepvraag

Wat wordt bedoeld met het 95% betrouwbaarheidsinterval?

Slide 23 - Open vraag

Het 68%-betrouwbaarheidsinterval is:
A
[μ+2σ ; μ-2σ]
B
(-34% ; +34%)
C
[μ-σ ; μ+σ]
D
[μ-2σ ; μ+2σ]

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het 95% betrouwbaarheidsinterval, als geldt dat μ = 76 kg en σ = 2,5 kg?
A
66-86
B
68,5-83,5
C
71-81
D
73,5-78,5

Slide 25 - Quizvraag

Wat heeft invloed op de nauwkeurigheid van een 95%-betrouwbaarheidsinterval
A
Het steekproefgemiddelde
B
De standaardafwijking
C
De grootte van de steekproef

Slide 26 - Quizvraag