1.1 t/m 1.4

VERHOUDING
1.1 Sociale ongelijkheid
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

VERHOUDING
1.1 Sociale ongelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

In Nederland is er ...
A
Veel sociale ongelijkheid
B
Weinig sociale ongelijkheid
C
Dat hangt er vanaf met wie je het vergelijkt en waarop je vergelijkt

Slide 2 - Quizvraag

Nederland heeft in vergelijking met andere Europese landen
A
Veel inkomensongelijkheid
B
Weinig inkomensongelijkheid

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Het is niet verkeerd dat er ongelijkheid in de wereld is
A
Eens
B
oneens

Slide 6 - Quizvraag

Gelijk
Ongelijk

Slide 7 - Tekstslide

OPDRACHT
Stap 1 - Doe deze opdracht in tweetallen
Stap 2 - Observeer je buurman/buurvrouw

Stap 3 - Schrijf alle verschillen op tussen jouwzelf en je buurman/buurvrouw die je kan waarnemen (objectief)

Stap 4 - Ga in discussie met je buurman/buurvrouw en schrijf alle andere verschillen tussen jullie op die je nog meer hebt achterhaald.

Slide 8 - Tekstslide

Waarom is dit belangrijk?
Sociale ongelijkheid verklaart de wijze waarop we samenleven.

Sociale ongelijkheid veroorzaakt maatschappelijke problemen.

  • Wat zijn de gevolgen van sociale ongelijkheid?
  • Hoe kun je dit oplossen?



Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

SOCIALE ONGELIJKHEID
Een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken, van waardering en behandeling.

Slide 11 - Tekstslide

ONTLEDEN: SOCIALE ONGELIJKHEID
Een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken, van waardering en behandeling.

Slide 12 - Tekstslide

OEFENVRAAG
Leg uit dat inkomensongelijkheid een vorm van sociale ongelijkheid is. Gebruik in je uitleg:
- Het kernconcept sociale ongelijkheid (1p)

Slide 13 - Tekstslide

ANTWOORD
Inkomensongelijkheid is een vorm van sociale ongelijkheid, omdat ...

Slide 14 - Tekstslide

ANTWOORD
Inkomensongelijkheid is een vorm van sociale ongelijkheid, omdat inkomen een schaarse en hooggewaardeerde zaak is. Het verschil in inkomen / Een ongelijke verdeling van inkomen tussen groepen is dus een vorm van sociale ongelijkheid.

Slide 15 - Tekstslide

VOORBEELDEN
Stap 1 - Ga in tweetallen op zoek in het boek/op het internet.

Stap 2 - Wat betekent?
  • Schaarse en hooggewaardeerde zaken
  • Waardering
  • Behandeling

Stap 3 - Zoek voorbeelden van:
  1. Schaarse en hooggewaardeerde zaken
  2. Ongelijke waardering
  3. Ongelijke behandeling

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Cultuur
Welke betekenis mensen geven aan verschillen wordt mede bepaald door de cultuur?


Gender = verwijst naar de cultureel bepaalde verschillen tussen mannen en vrouwen 

Sekse = verwijst naar de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen
Cultuur
het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven

Slide 18 - Tekstslide

DRIE VORMEN VAN SOCIALE ONGELIJKHEID
1. Ongelijke verdeling van (politieke) macht
  • Beschikken over fysieke dwangmiddelen

2. Ongelijke verdeling van bezit
  • Schaarse en hooggewaardeerde zaken, zoals kennis, inkomen, vermogen

3. Ongelijke verdeling van status
  • Waardering en behandeling van personen op grond van hun maatschappelijke positie en leefstijl

Macht
Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

VERHOUDING
1.2 Sociale stratificatie

Slide 21 - Tekstslide

BEGRIPPEN
Sociale stratificatie
  • Een verdeling van de maatschappij in groepen waartussen sociale ongelijkheid bestaat

Sociale mobiliteit
  • Het stijgen of dalen op de sociale ladder

Slide 22 - Tekstslide

SAMENLEVING
Gesloten samenleving
  • Een maatschappij waarin mensen nauwelijks of geen kansen hebben om te stijgen op de maatschappelijke ladder.

Open samenleving
  • Een maatschappij waarin mensen kansen hebben om te stijgen op de maatschappelijke ladder.

Slide 23 - Tekstslide

Sociale mobiliteit betekent:
A
Je kunt klimmen op de maatschappelijke ladder
B
Macht, kennis en geld zijn niet gelijk verdeeld over de samenleving.
C
Alle maatschappelijke posities van hoog naar laag
D
Je kunt bewegen, zoals dansen, waardoor je een betere positie hebt.

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Link

VERHOUDING
1.3 Positietoewijzing en positieverwerving

Slide 26 - Tekstslide

Maatschappelijke positie
De plaats die iemand inneemt ten opzichte van anderen in de samenleving.

Slide 27 - Tekstslide

Positietoewijzing
Het gaat om maatschappelijke oorzaken die van buitenaf op een persoon of groep inwerken, waardoor een persoon of groep op een bepaalde maatschappelijke positie terechtkomt.

Slide 28 - Tekstslide

Positieverwerving
Hier is sprake van het verkrijgen van een maatschappelijke positie door de eigen bijdrage van een persoon of groep waar iemand toe behoort. 

Slide 29 - Tekstslide

VOORBEELD
Er zijn verschillende factoren die de kans op schoolsucces beïnvloeden. Positietoewijzing en positieverwerving spelen hierbij een rol. Hieronder staan twee voorbeelden.

a. Voorschoolse opvang verplicht stellen voor kinderen met een taalachterstand
b. Kennis en vaardigheden van ouders om kinderen op een hoog niveau van onderwijs geplaatst te krijgen.

Leg voor ieder voorbeeld (a en b) uit of er sprake is van positietoewijzing en positieverwerving.

Slide 30 - Tekstslide

ANTWOORD
Bij voorbeeld A is sprake van .... ,  omdat ...

Bij voorbeeld B is sprake van ... , omdat ...

Slide 31 - Tekstslide

ANTWOORD
Bij voorbeeld A is sprake van positietoewijzing,  omdat het verplicht stellen van opvang verwijst naar een maatschappelijke
oorzaak die van buitenaf de positie van kinderen bepaalt.

Bij voorbeeld B is sprake van positieverwerving, omdat kennis en vaardigheden verwijzen naar de eigen bijdrage van de
groep die de positie van kinderen bepaalt.

Slide 32 - Tekstslide

VERHOUDING
1.4 Maatschappelijke posities en gevolgen

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Gevolgen maatschappelijke positie
  1. Onderwijs - Het cultureel kapitaal van ouders beïnvloedt de schoolprestaties van kinderen en het oordeel van docenten over leerlingen.
  2. Gezondheid - Mensen met een lagere maatschappelijke positie hebben vaker meer aandoeningen en ziekten en leven gemiddeld minder lang.
  3. Politiek - Mensen met een lage opleiding en een laag inkomen gaan vaker niet stemmen en hebben dus minder invloed op de politiek.
  4. Cultuur - Mensen met een hoge opleiding en een hoog inkomen gaan vaker naar musea en concertzalen, terwijl mensen met een lagere maatschappelijke positie voorkeur hebben voor andere vormen van cultuur.

Slide 35 - Tekstslide

HUISWERK
Opgave: blz 13 t/m 23
Samenvatten hoofdstuk 1

Slide 36 - Tekstslide