NN6 1GT H1 Persoonsvorm en zinsdelen

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LESDOELEN
- je weet hoe je de persoonsvorm in een zin kan vinden

- je weet hoe je een zin in zinsdelen kan verdelen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de persoonsvorm?

Slide 9 - Open vraag

Voorkennis activeren. Kort de antwoorden en belangrijkste punten bespreken.
persoonsvorm vinden

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm?
'In zijn broek heeft Tom een scheur.'
A
zijn
B
Tom
C
heeft
D
Er is geen persoonsvorm.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm?
'Houd eens je mond.'
A
Houd
B
Er is geen persoonsvorm.
C
eens

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is de persoonsvorm:
Jacob wil heel graag gamen.
A
Jacob
B
gamen
C
wil
D
graag

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een persoonsvorm altijd?
A
Lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm?
'Waarom wandelt hij niet graag?'
A
Waarom
B
hij
C
wandelt
D
Er is geen persoonsvorm.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn zinsdelen?
  • Een zin bestaat uit zinsdelen.
  • Een zinsdeel kan bestaan uit één woord, maar ook uit een paar woorden die bij elkaar horen.
  • Belangrijk: de persoonsvorm is altijd een zinsdeel!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zinsdelen vinden

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Tussen zinsdelen zet je deze streepjes: |

Stap 1: zoek de persoonsvorm en zet deze tussen 2 streepjes: 
je hebt het eerste zinsdeel al gevonden!

De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik gegeven.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2: welke woorden kunnen vóór de persoonsvorm staan? Puzzelen en schuiven maar!

De dokter  heeft  aan de patiënt een pijnlijke prik  gegeven

  • De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik | gegeven
  • Aan de patiënt | heeft | de dokter een pijnlijke prik | gegeven
  • Een pijnlijke prik | heeft | de dokter aan de patiënt | gegeven


De dokter  heeft  aan de patiënt een pijnlijke prik  gegeven

Slide 21 - Tekstslide

Na deze slide zijn twee routes mogelijk:

1. naar het online schoolbord (link in volgende dia), en hier meeschrijven met de antwoorden van de leerlingen.

2. De leerlingen laten vertellen en met de dia's 14-16 nog eens kort uitleggen en illustreren hoe het werkt.

De dokter | heeft | aan de patiënt | een pijnlijke prik | gegeven


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


1. zoek eerst de persoonsvorm (pv)
2. zoek welke zinsdelen er vóór de persoonsvorm passen
3. plaats zinsdeelstrepen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De baby slaapt zacht

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In de middag probeerde hij te leren

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op het terras valt de plant opeens om

Slide 26 - Open vraag

Moeilijk, want een splitsbaar werkwoord en een dubbelzinnige zin. 

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat? NN Online H1 Persoonsvorm en zinsdelen , eigen leerroute
Hoe?  zelfstandig, steek je hand op als je iets wil vragen
Doel? Persoonsvorm en zinsdelen in een een zin kunnen vinden
Tijd? zie timer
Klaar? Trainen H1 Taalverzorging 2
Grammatica: persoonsvorm en
zinsdelen 1, 2 en 3




timer
1:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GELEERD?
- je weet hoe je de persoonsvorm in een zin kan vinden
- je weet hoe je een zin in zinsdelen kan verdelen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb deze les weer nieuwe dingen geleerd
Ja
Nee, ik wist dit al!

Slide 31 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies