Les 4: Communicatiestijlen en DISQ

Welkom!
Module pitchen

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Module pitchen

Slide 1 - Tekstslide

Doel van vandaag
Je leert wat de DISQ methode is
Je leert wat communicatiestijlen zijn
Je weet hoe je effectief kunt communiceren
Je weet hoe je de communicatiestijl van je gesprekspartner herkent

Slide 2 - Tekstslide

Agenda
Wat weet je nog?
Wat weet je al?
Theorie Communicatiestijlen & DISC
Energizer
Theorie DAS
Terugblik op de les

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is reflectie?

Slide 5 - Tekstslide

Reflectie
Het proces waarbij je bewust stilstaat bij jouw ervaringen, gedachten, gevoelens en acties, en hier betekenis uit haalt om te leren en te groeien.

Slide 6 - Tekstslide

Wat levert reflectie jou op?

Slide 7 - Tekstslide

Wat weet je al?

Slide 8 - Tekstslide

Communicatiestijlen & Disq
De manier waarop je communiceert heeft te maken met je persoonlijkheidskenmerken

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat kun je met communicatiestijlen?

Slide 11 - Woordweb

Theorie Disq
Uit onderzoek is gebleken dat je gedragskenmerken kunt groeperen in vier persoonlijkheidsstijlen. De letters DISC vertegenwoordigen deze vier stijlen.

Slide 12 - Tekstslide

De D staat voor Direct, Dynamisch en Daadkrachtig. 
Heb je deze voorkeursstijl, dan:
> stel je je onafhankelijk op;
> ben je heel besluitvaardig en voortvarend;
> ben je gericht op resultaten en uitdagingen;
> ga je confrontaties zeker niet uit de weg.
Je bent gemotiveerd om problemen op te lossen en snelle resultaten te behalen. Je kunt over het algemeen slecht tegen mensen die jou proberen te controleren of je beslissing in twijfel trekken. Je houdt van uitdagingen, afwisseling, vrijheid van handelen en daadkracht.

Slide 13 - Tekstslide

De I staat voor Interactief, Interesse in mensen en Invloedrijk.
 Heb je deze voorkeursstijl, dan:

> praat je heel graag;
> ben je enthousiast en optimistisch;
> ken je veel mensen en maak je makkelijk contact;
> sta je graag in het middelpunt van de belangstelling.
Je bent gemotiveerd om anderen te overtuigen en beïnvloeden. Je hebt een hekel aan tijdsschema’s, routines, lijstjes en afwijzing. Je bent vaak open en druk je je gedachten en gevoelens meestal optimistisch uit. Je houdt van een vriendelijke sfeer, ruimte om (veel) te praten en plezier.

Slide 14 - Tekstslide

De S staat voor Stabiel, Sociaal en Samen
. Heb je deze voorkeursstijl, dan:

> wil je graag dat ieder het naar zijn zin heeft;
> maak je graag zaken af;
> breng je harmonie en stabiliteit in het team;
> werk je graag in teamverband.
Je bent gemotiveerd om een berekenbare omgeving te creëren die goed georganiseerd is. Over het algemeen hou je niet van veranderingen, onenigheid en om opgejaagd te worden. Je bent vaak geduldig en kunt goed luisteren. Je houdt van voorspelbaarheid, routine, samenwerken en vrede.

Slide 15 - Tekstslide

De C staat voor Correct, Consciëntieus en Calculerend. 
 Heb je deze voorkeursstijl, dan:
> ben je grondig en nauwgezet met details;
> hou je je graag aan de regels;
> volg je de procedures of schrijf je ze zelf;
> ben je diplomatiek in de omgang en een analytisch denker.
Je bent gemotiveerd om hoge standaarden te bereiken. Omdat je moeilijkheden wilt vermijden, ben je precies en nauwkeurig. Je kunt niet goed tegen kritiek, snelle beslissingen en onvoldoende tijd voor analyse en evaluatie. Je houdt van schema’s, lijstjes, correcte procedures en volmaaktheid.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht Communicatiestijlen
Vul het invulformulier in en wacht als je klaar bent




Non conformistisch: past zich niet aan bij normen, gedrag of levensstijl
Conventioneel: traditioneel, gebruikelijk, klassiek


Slide 19 - Tekstslide

Opdracht Communicatiestijlen
  1. Tel per kolom het aantal punten op en schrijf dit onder het kolom
  2. De linker en de rechter kolom afzonderlijk optellen.
  3. Schrijf volgende woorden boven de  kolommen schrijven: Kolom 1: Informeel , Kolom 2: Formeel,  Kolom 3: Dominant, Kolom 4: Passief 
  4. Omcircel van welke score de hoogste is per deel  dus informeel of formeel en dominant of passief
  5. Trek van de hoogste score per deel de laagste score af en schrijf deze waarde op met achter het woord bij punt 6. 
  6. Plot de scores in het kwadrant (zie PDF’s voor de kwadranten) 


Slide 20 - Tekstslide

Deel de uitslag!
Ga staan in de vak waar je het meest dominant in bent
Deel je uitslag met je team en wissel uit of je je hierin herkent

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Portfolio opdracht: Communicatiestijlen

Hoe herken je de verschillende stijlen? (raadpleeg evt internet)
Wat is de uitslag en beschrijf wat je hierin van jezelf herkent
Voeg je ingevulde kwadrant toe

Slide 23 - Tekstslide

Effectieve communicatie

Slide 24 - Tekstslide

Rood
5 tips om effectief te communiceren met rode mensen:
Praat over de grote lijnen en vermijd details (resultaat).
Geef alternatieven of opties en laat de ander zelf kiezen..
Ga niet in discussie en focus je op de feiten.
Geef de ander het gevoel dat hij de controle heeft.
Creëer een win/win-situatie.

Slide 25 - Tekstslide

Geel
5 tips om effectief te communiceren met gele mensen:
Wees vriendelijk en persoonlijk.
Maak contact en ga het gesprek aan.
Geef complimentjes en toon je waardering.
Vermijd details en zorg dat de ander overzicht krijgt/houdt.
Bied structuur en behoud de regie over je gesprek.

Slide 26 - Tekstslide

Groen
5 tips om effectief te communiceren met groene mensen:
Wees rustig en vriendelijk.
Toon oprechte interesse in de ander als mens.
Geef zoveel mogelijk zekerheden.
Stel gerust, nodig uit om vragen te stellen.
Laat de ander in zijn eigen tempo beslissingen nemen.

Slide 27 - Tekstslide

Blauw
5 tips om effectief te communiceren met blauwe mensen:
Bereid je gesprek goed voor, presenteer details en kom met feiten.
Kies voor een wat formele benadering.
Geef de ander tijd en ruimte om na te kunnen denken.
Maak een actieplan met doelen en een planning.
Geef waar nodig een toelichting.

Slide 28 - Tekstslide

Theorie Klanttypen

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Samenvatting
En verwerk onderstaande vragen. zie document TEAMS
Hoe herken jij deze klant?
Hoe reageer je op deze klant?
Geef per type een voorbeeld van iemand uit de praktijk die je hierin herkent.

Slide 35 - Tekstslide

Presentatie
Hoe herken jij deze klant?
Hoe reageer je op deze klant?
Geef per type een voorbeeld van iemand uit de praktijk die je hierin herkent.

Slide 36 - Tekstslide

In welke fase van de verkoopcyclus verzamel je informatie over het type klant (DAS), waarmee je te maken hebt?

Slide 37 - Open vraag

Inhoud Portfolio les 4
1. Opdracht communicatiestijlen
2. Opdracht DAS
Let op! Houd lay out aan die staat in TEAMS

Slide 38 - Tekstslide

Goal!
Je leert wat de DISQ methode is
Je leert wat communicatiestijlen zijn
Je weet hoe je effectief kunt communiceren
Je weet hoe je de communicatiestijl van je gesprekspartner herkent

Slide 39 - Tekstslide

Voor mij is het duidelijk wat ik met de theorie van communicatiestijlen kan
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 40 - Quizvraag