BUR - Vitaliteit

Vitaliteit 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vitaliteit 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je weet wat het verschil is tussen mentale en fysieke gezondheid
  • Je weet wat de voordelen van een gezonde leefstijl is
  • Je weet hoe je met stress kunt omgaan



Slide 2 - Tekstslide

In het nieuws 
                                                                                              Padlet

Slide 3 - Tekstslide

Een gezondheidsprobleem kan lichamelijk of psychisch (geestelijk) zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Stellingen

Slide 6 - Tekstslide

Psychisch ziek zijn kan iedereen over komen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Psychische problemen zijn geen echte problemen
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Het is moeilijk om over psychische problemen te praten
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer ik een psychisch probleem heb zou ik dit aan mijn ouders/vrienden/vertrouwenspersoon vertellen
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Mensen met psychische problemen weten het vaak zelf niet
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Mensen met psychische problemen worden vaak niet serieus genomen
A
onjuist
B
juist

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer is er sprake van geestelijke ongezondheid?

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer is er sprake van geestelijke ongezondheid?

  • Als je langdurige niet meer de baas bent over je eigen gedrag en reacties

  • 1 op de 4 mensen ontwikkelt in zijn of haar leven psychische klachten

Slide 14 - Tekstslide

Factoren
  • Belangrijke levenservaringen (opvoeding, relaties)
  • Persoonlijkheid
  • Erfelijkheid
  • Perceptie (omgeving waarnemen en interpreteren)
  • Coping (omgaan met spanningen)
  • Lichamelijke toestand
  • Gebeurtenissen en levensperiodes (bv ongeluk, scheiding)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Vitaliteit 

Slide 17 - Tekstslide

Stress
Positief:  alertheid, focus, spanning gaat weg

Negatief: langdurige stress, slecht kunnen ontspannen, kan leiden tot lichamelijke en psychische klachten (bv burn-out)

Slide 18 - Tekstslide

Psychische problemen
Licht psychisch probleem: 
Stress, onzekerheid, neerslachtigheid

Ernstig psychisch probleem: 
Depressie

Ik schrok van mijn eigen gedachten’


Slide 19 - Tekstslide

Stellingen

Slide 20 - Tekstslide

Sport kan stress verlagen
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Als je positief denkt, heb je minder last van stress en kan je stress verlagen
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Jongeren hebben nu meer stress dan vroeger
A
onjuist
B
juist

Slide 23 - Quizvraag

Social media zorgt voor stress
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Veel vrienden hebben zorgt voor minder stress
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Muziek kan stress verlagen
A
onjuist
B
juist

Slide 26 - Quizvraag

Mediteren kan stress verlagen
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Je mentale gezondheid wordt deels erfelijk bepaald
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Wat is anorexia?
A
Dat je lichter bent dan gezond voor je is
B
Faalangst

Slide 29 - Quizvraag

Ik herken bij mezelf wanneer ik een goede of slechte dag heb
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Wat is BMI
A
De nieuwste BMW
B
Een depressie
C
Een eetstoornis
D
Een hulpmiddel om te berekenen of je een gezond gewicht hebt

Slide 31 - Quizvraag

Hoeveel jongeren tussen de 15 tot 25 jaar hebben jaarlijks last van depressieve gevoelens? (langer dan 2 weken een somber gevoel)
A
1 op 5
B
1 op 15
C
1 op 25
D
1 op 50

Slide 32 - Quizvraag

Ik weet wat ik van mezelf nodig heb als ik mij een dag minder goed voel
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Wat is obesitas?
A
Ernstig overgewicht.
B
Dat je zwaarder bent dan gezond voor je is.
C
Dit kan veroorzaakt worden doordat je te weinig eet.
D
Dat je lichter bent dan gezond voor je is.

Slide 34 - Quizvraag

Psychische schade die je oploopt door een nare gebeurtenis noem je:
A
Trauma
B
Bore-out
C
Hernia
D
Burn-out

Slide 35 - Quizvraag

Lachen is gezond
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Tekstslide