Reële functie: begrippen, voorstellen en herkennen

Reële functie: begrippen, voorstellen en herkennen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Reële functie: begrippen, voorstellen en herkennen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een reële functie?
Definitie:
Een verband waarbij elke waarde van de onafhankelijk veranderlijke (x) hoogstens één waarde van de afhankelijke veranderlijke (y) heeft.

Slide 2 - Tekstslide

Belangrijke begrippen
Functievoorschrift:
f(x)= 2x + 3 of g(x) = 3x² - 9 of h(x) = -5x³+ x² - 9

                                                            f(x) = 2 x +3 
functiewaarde
y-waarde
beeld
invoerwaarde
x-waarde
argument

Slide 3 - Tekstslide

Functiewaarde berekenen
Bereken de functiewaarde van 4:
f(x)= 2x + 3    
                                       Vervang de invoerwaarde x door 4
f(x)= 2 . 4 + 3  
      = 8 + 3 
      = 12   


Slide 4 - Tekstslide

Invoerwaarde berekenen
Bereken de invoerwaarde voor f(x) = 9:
f(x)= 2x + 3  
 9 = 2x + 3 
 2x + 3 = 9                                         Los de vergelijking op.
         2x = 9 -3
         2x = 6
           x = 6 : 2
           x = 3

Slide 5 - Tekstslide

Bereken de functiewaarde voor x = -5.
f(x) = 3x - 12
A
3
B
-27
C
-14
D
-47

Slide 6 - Quizvraag

Bereken de invoerwaarde voor f(x) = 9
f(x) = 3x - 12
A
15
B
6
C
18
D
7

Slide 7 - Quizvraag

Hoe herken je een reële functie?
Aan de hand van een grafiek
Elke verticale lijn mag met de grafiek hoogstens 1 snijpunt hebben.





                               functie                                                         GEEN functie


Slide 8 - Tekstslide

Welke grafieken stellen een reële functie voor?

Slide 9 - Open vraag

Hoe herken je een functie?
Aan de hand van een tabel
Bij elke invoerwaarde (x-waarde) mag maximum 1 functiewaarde horen.




                    functie                                                            GEEN functie


Slide 10 - Tekstslide

Welke tabellen stellen geen reële functie voor?

Slide 11 - Open vraag

Oef 1A wb p.17
Noteer je antwoorden.

Slide 12 - Open vraag

Oef 3A wb p. 21
Welke grafieken stellen een reële functie voor?

Slide 13 - Open vraag

Invoerwaarden en functiewaarden aflezen
Oef 2D p.27

Slide 14 - Tekstslide

Oefeningen maken in het werkboek p.23-29
  • oef 1B (f en h)
  • oef 1C
  • oef 2B 
  • oef 2C
  • oef 3B

Slide 15 - Tekstslide