soorten goederen

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

programma

- herhaling gevangenendilemma

- par. 6.2 Het ene goed is het andere niet

Welke situatie komt tot stand

1. Apple; wel prijsdaling Microsoft ; wel prijsdaling
2. Apple; geen prijsdaling Microsoft; wel prijsdaling
3. Apple; geen prijsdaling Microsoft; wel prijsdaling
4. Apple; geen prijsdaling Microsoft; geen prijsdaling

Is hier sprake van een gevangenendilemma?

1. Ja
2. Nee

Wat is de dominante strategie voor Microsoft?

1. Microsoft heeft geen dominante strategie
2. Wel prijsdaling
3. geen prijsdaling
4. hangt af wat Apple doet

Collectieve goederen

Waarom kan de overheid jou niet verbieden om gebruik te maken van een collectief goed?

1. Het wordt aan iedereen persoonlijk geleverd, dus ook aan jou
2. Je hebt voldoende geld om het product te betalen
3. Collectieve goederen worden tegen kostprijs geleverd en zijn dus goedkoop
4. Je hoeft er niet voor te betalen, dus je kunt niet uitgesloten worden van het gebruik

Welke stelling over quasi-collectieve goederen klopt?

1. Voor een quasi-collectief goed hoef je niet te betalen
2. bij een quasi-collectief goed kun je vragers uitsluiten.
3. quasi-collectieve goederen kunnen alleen door de overheid geleverd worden

Wat voor soort goed is het rijksmuseum?

1. Individueel goed
2. collectief goed
3. quasi-collectief goed

Individueel goed

Collectief goed

quasi-collectief goed

OP WELKE VRAGEN MOETEN WE EEN ANTWOORD VINDEN?

Einde les, bedankt voor uw aandacht