ingezonden stuk schrijven

Examentraining: het ingezonden stuk
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Examentraining: het ingezonden stuk

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Uitleg artikel & ingezonden stuk
- Oefenen met het ingezonden stuk

Slide 2 - Tekstslide

Een artikel 
tekst voor een krant, website of tijdschrift.

Doel: informeren, overtuigen of activeren.

Slide 3 - Tekstslide

Een ingezonden stuk
tekst voor een krant, website of tijdschrift.

Doel: overtuigen of activeren.

Slide 4 - Tekstslide

In de inleiding noem je het onderwerp van het artikel. 


Zo schrijf je een artikel / ingezonden stuk
Daarnaast kun je:
- de aanleiding vertellen (waarom je over het onderwerp schrijft).
- ingezonden stuk: vertellen op welk artikel je reageert.

Slide 5 - Tekstslide

In het middenstuk schrijf je over elk deelonderwerp één alinea. 


middenstuk van een artikel / ingezonden stuk
Schrijf de belangrijkste informatie 
over het deelonderwerp in de eerste zin. 
Ga op dezelfde regel verder en geef 
in de rest van de alinea voorbeelden 
of uitleg bij het deelonderwerp.
  
Gebruik altijd signaalwoorden bij opsommingen / tegenstellingen.
Het middenstuk bestaat uit minimaal twee alinea's.

Slide 6 - Tekstslide

In het slot kun je:

slot van een artikel / ingezonden stuk
- de deelonderwerpen samenvatten.

- vertellen wat er in de toekomst 
waarschijnlijk nog gaat gebeuren (toekomstverwachting). 
- een conclusie trekken.
- een advies geven.
een antwoord geven op de vraag/vragen die je in de inleiding hebt gesteld. 
Ingezonden stuk: schrijf op wat er moet veranderen / verbetereren.




Je kunt in het slot een signaalwoord gebruiken, zoals dus, kortom, dat betekent.

Slide 7 - Tekstslide

Maak eerst een schrijfplan voordat je een artikel gaat schrijven

Zo schrijf je een artikel
Verder:
- Zorg je voor een passende titel.
- Schrijf je een artikel van minimaal 100 woorden.
- Gebruik je een logische volgorde.
- Zorg je voor samenhang in de tekst.
- Zorg je voor passend taalgebruik.
- Vermeld je jouw voor- en achternaam (en klas) onder het artikel.

Slide 8 - Tekstslide

Dus
- je kunt een (kort) artikel / ingezonden stuk schrijven met een begin, middenstuk en slot
  

- je kunt alinea's maken en inhoudelijke verbanden aangeven met signaalwoorden

Slide 9 - Tekstslide

Een ingezonden stuk is
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 10 - Quizvraag

Uit welke drie delen bestaat een tekst?
... , ... en ...

Slide 11 - Open vraag

In de inleiding geeft je extra veel informatie.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 12 - Quizvraag

In het middenstuk vertel je waarom je reageert.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Aan het werk! Uitloggen en inloggen in Cool Check

Slide 14 - Tekstslide