Mavo - 5.2 Persoonsvorm en zinsdelen O1-5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 1

Persoonsvorm en zinsdelen (NN) 

NEDERLANDS

Kans op:

Bend'r?

PRESENTIE

Check

Lezen

Toets

Uitleg Balcontact

Instructie

Verwerking

Huiswerk

LESAGENDA

Geen huiswerk.

CHECK

Pak je leesboek (K1B: Hanneke Lief) en start met lezen.

LEZEN

TOETS

Toets Lezen paragraaf 1 tot en met 6

Theorie en opdrachten:

1. Onbekende woorden: vanaf bladzijde 10

2. Onderwerp: vanaf bladzijde 16

3. Hoofdgedachte: vanaf bladzijde 21

4. Tekstdoelen en tekstsoorten: vanaf bladzijde 26

5. Alinea's en kernzinnen: vanaf bladzijde 32

6. Inleiding, middenstuk en slot: vanaf bladzijde 37

7. Deelonderwerpen: vanaf bladzijde 42

Extra oefenen: De Brug Meestromen

maandag

25 maart

De persoonsvorm (pv) is altijd een werkwoord.

Het ontleedteken van de persoonsvorm is (   ).

De persoonsvorm vind je door de tijdproef.

Tijdproef: zet de zin in een andere tijd. Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm.

Henk (wil) een nieuwe auto kopen.

Henk (wilde) een nieuwe auto kopen.

PERSOONSVORM (PV)

Een zin kun je verdelen in zinsdelen. Een zinsdeel kan uit één of meerdere woorden bestaan.
De persoonsvorm is altijd één apart zinsdeel.
Het ontleedteken van zinsdelen is |   |.
Zet een | tussen de zinsdelen, vóór en achter de zin hoeft geen | .

Een zinsdeel kun je vinden door de zinsdeelproef.
Zinsdeelproef: Welk woord of groepje woorden kun je vóór de persoonsvorm zetten?

Henk (koopt) een nieuwe auto in Duitsland.

Henk (koopt) een nieuwe auto in Duitsland.
Een nieuwe auto (koopt) Henk in Duitsland.
In Duitsland (koopt) Henk een nieuwe auto.

Henk | koopt | een nieuwe auto | in Duitsland.

ZINSDELEN (ZD)

Opdracht 1 tot en met 5
Bladzijde 202

VERWERKING

persoonsvorm

zinsdelen

BALCONTACT

Geen!

HUISWERK