Financieel hoofdstuk 3 - Inleiding in de bedrijfseconomie (vervolg 2/2)

• Economie
• MBO
• Studiejaar 1

Hoofdstuk 3 - Inleiding in de bedrijfseconomie

Financieel

Planning

• Huiswerk vorige bespreken (3.11 en 3.14)
• Uitleg vervolg hoofdstuk 3
• Opdrachten hoofdstuk 3 maken
• Leerdoelen bespreken
• Inventarisatie volgende les

Leerdoelen

In deze les leer je:

• De bedrijfseconomische begrippen en de betekenissen hiervan
• Hoe je de break-even-afzet en -omzet berekent
• Hoe je de bezetting en het bezettingsresultaat kunt berekenen

Begrippen: analyse van financiële gegevens

• Kengetallen (ratio's) -> Zien hoe een onderneming ervoor   staat
• Activa en passiva -> bezittingen
   en schulden op de balans
• Vaste activa -> bezittingen waarin
   langer dan één jaar in is geïnvesteerd

Begrippen: analyse van financiële gegevens

• Vlottende activa -> bezittingen waarin
   korter dan één jaar in is geïnvesteerd
• Liquide middelen -> geldmiddelen 
• Eigen vermogen: permanent vermogen -> Door de eigenaar   ingebracht vermogen
• Vreemd vermogen kort -> schulden op de korte termijn
• Vreemd vermogen lang -> schulden op de langer termijn

Begrippen: analyse van financiële gegevens

• Liquiditeit -> Of rekeningen of schulden op de korte termijn   kunnen worden betaald met liquide middelen
• Liquide -> Als het antwoord op liquiditeit ''ja'' is
• Solvabiliteit -> Of de schulden op de korte en lange termijn   betaald kunnen worden met bezittingen
• Solvabel -> Als het antwoord op solvabiliteit ''ja'' is

Break-even-point

• BEA = C / (NVP-(V/W))
• BEO = BEA x NVP

• Break-even-point ->  Bij welke productie
   zijn kosten en opbrengsten gelijk?
• Grafische weergave

Als we kijken naar of een bedrijf, haar schulden op de korte en lange termijn kan betalen, spreken we over;

1. De solvabiliteit
2. De liquiditeit

Wat is geen voorbeeld van Vreemd vermogen kort?

1. Crediteuren
2. Bankrekening courant
3. Af te dragen BTW
4. Banklening

Een pand, de inventaris en een bedrijfsauto zijn voorbeelden van:

1. Vlottende activa
2. Vaste activa

Passiva staan debet op de balans

1. Juist
2. Onjuist

Bezettingsresultaat

Standaardkostprijs = (C/N) + (V/W)
Voorbeeld

• Normale (N) = 6000 en Werkelijk (W) = 5000
• Bezetting = W - N =
• Bezetting = 5000 - 6000 = -1000
• Onderbezetting
   Als W kleiner is dan N

Bezettingsresultaat

Standaardkostprijs = (C/N) + (V/W)

Voorbeeld

• Normale (N) = 6000 en Werkelijk (W) = 7000
• Bezetting = W - N
• Bezetting = 7000 - 6000 = +1000
• Overbezetting
   Als W groter is dan N

Bezettingsresultaat

Bezettingsresultaat = (W - N) x (C / N)
Voorbeeld

• Bezetting was +1000 (W-N)
• Gemaakte constante kosten bij normale
   bezetting van 6000 (N) = €150.000 (C)
• Bezettingsresultaat = 1000 x (150.000 / 6000) = €25.000

Normaal maakt een bedrijf 8000 producten in een jaar. Dit jaar heeft het bedrijf 7.800 producten kunnen maken. Is hier sprake van een overbezetting of onderbezetting en hoeveel dan?

1. 200 onderbezetting
2. 200 overbezetting

Bij een normale bezetting van 6.000 producten heeft een bedrijf €15.000 constante kosten. De werkelijke bezetting van afgelopen jaar was 6.500 producten. Wat is het bezettingsresultaat van dit bedrijf.
Bezettingsresultaat = (W-N) x (C/N)

1. €500
2. €1.250
3. €65.000
4. €30.500

Maak nu opdracht 3.15

Gaan we zo bespreken

Aan de slag!

• Alle opdrachten van hoofdstuk 3 maken.
• Huiswerk voor volgende week donderdag. Wordt gecontroleerd en   besproken!

• Heb je een vraag? Steek je hand op!
• Mag met buurman/buurvrouw samenwerken.
• Mag met muziek in.

Leerdoelen bespreken

In deze les heb je geleerd:

• De bedrijf administratieve begrippen en de betekenissen hiervan
• De bedrijfseconomische begrippen en de betekenissen hiervan
• Hoe je een balans afleest
• Hoe je de standaardkostprijs berekent
• Hoe je de break-even-afzet en -omzet berekent
• Hoe je de bezetting en het bezettingsresultaat kunt berekenen

Met welke onderdelen hebben je nog moeite?
Hoofdstuk 1, 2 en 3
(Wordt meegenomen voor de volgende les)

Welke onderdelen/vragen zou je graag terug willen zien in de oefentoets?

Mededeling!

• HOM: maandag  17 oktober oefentoets
• T&L: dinsdag 18 oktober oefentoets