Module: Van Baaz naar Baan

Van Baaz naar Baan
Module
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Leerlingen weten wat voor soort werk er allemaal is, ze weten welk soort werk bij hen past en ze weten wie hen kan helpen bij het zoeken naar stage en werk

Instructies

Er is geen aparte docentenhandleiding voor de module. De leerlingen hebben een werkboekje wat voor zich spreekt. En in de notities zijn extra instructies te lezen.

In de module zit een link om stage filmpjes te bekijken via de website bekijkjetoekomst. Op deze website zijn ook lesbrieven te vinden bij de bijhorende filmpjes. 
Maak vooraf een keuze welke filmpjes aansluiten op de leerlingen en kies zelf of een lesbrief van toegevoegde waarde is.
Je kunt deze module verspreiden over meerdere lessen.

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Van Baaz naar Baan
Module

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van deze module...
• kan ik 3 soorten werken noemen,
• leg ik uit welk soort werk bij mij past,
• vertel ik wie mij kan helpen bij het zoeken naar werk en stage.
Kijk op de toekomst:
Ik 
maak mijn eigen keuze

Slide 2 - Tekstslide

Bespreek met de leerlingen wat ze aan het einde van deze geleerd hebben.
Naspelen
We gaan oefenen
Hoe werkt het?
Instructie
Let op! Nu komt er uitleg
Doe activiteit
We gaan aan het werk
Schrijf opdracht
Opdracht uit de Baaz-map
Afronding
Gezamenlijke afsluiten
Kijken
Goede kijkhouding
Luisteren
Goede luisterhouding
Overleggen
Met elkaar overleggen
Groepsgesprek
Met elkaar in gesprek

Slide 3 - Tekstslide

Bespreek en herhaal de picto's die terugkomen in de les.

Mochten de leerlingen deze al goed kennen, kun je dit overslaan.
Van Baaz naar Baan
Soorten werk
Filmfragmenten
Gesprek & werkbladen invullen
Afronding 

Slide 4 - Tekstslide

Bespreek met de leerlingen de planning van de les, wijs ze hierbij ook op de picto's bij de verschillende onderdelen

Mochten leerlingen de picto's niet meer weten, ga terug naar de vorige dia
Soorten werk
• Wat voor werk is er?
• Wat doe je bij dat werk?



timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Soorten werk:

Optie 1:
  • De leerlingen vullen zelfstandig of in twee tallen het werkblad in.
  • Bespreek klassikaal de antwoorden.
Optie 2:
  • Verdeel de klas in groepjes en geef elk groepje een groot vel en 1 soort werk.
  • Per groepje schrijven de leerlingen met elkaar op wat je doet bij dat soort werk.
  • Zorg aan het einde voor een korte terugkoppeling en laat de leerlingen kort de antwoorden op hun werkblad invullen.
Optie 3:
  • Schrijf het soort werk op een apart groot vel en hang deze in de klas.
  • Geef alle leerlingen meerdere post its.
  • De leerlingen schrijven per post it op wat je doet bij bepaald soort werk. Deze plakken ze op het bijbehorende vel.
  • Loop daarna klassikaal de soorten werk langs en bespreek de antwoorden. 

Filmfragmenten

Slide 6 - Tekstslide

Filmfragmenten:
Maak vooraf een keuze welke filmpjes aansluiten bij de leerlingen.
Evt. kunnen leerlingen ook een lesbrief maken behorend bij een filmpje. Of stel, na afloop van het filmfragment, een aantal vragen uit de lesbrief aan de leerlingen.

Zonder lesbrief:
  • Deel kijk- en luisterkaarten uit.
  • Bekijk het filmfragment.
  • Bespreek wat de leerlingen hebben gezien en gehoord.






Werk dat je wel kunt doen?

Slide 7 - Open vraag

Open vraag:
Bespreek eerst:
Er is heel veel werk dat je kunt doen, maar ook werk dat je niet kunt doen.
Welk soort werk zou je kunnen gaan doen? Wat verwacht je van jezelf?

Met devices:
Laat de leerlingen de open vraag beantwoorden. 

Zonder devices:
Laat leerlingen op een post it de antwoorden opschrijven en op het bord plakken.

Bespreek de antwoorden van de leerlingen en bespreek goed wat wel/niet haalbaar is voor leerlingen.

De antwoorden kunnen ze opschrijven op hun werkblad. Hierop kunnen ze ook noteren welk werk ze niet kunnen doen. Zorg dat ze een reëel en haalbaar beeld hebben van het werk dat ze kunnen gaan doen.

Wat wil jij graag doen?
• Wat voor werk zou je het liefst gaan doen?
• Wat zou je heel graag willen?

• Zelfstandig vul je je antwoord in op het werkblad


timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Werkblad:
Lees de opdracht.
  • De leerlingen vullen zelfstandig in stilte hun antwoord in.
  • Zet de timer.
  • Maak na afloop een rondje door de klas zodat elke leerlingen kan vertellen wat hij/zij graag wilt graag doen. Maak evt. gebruik van de spinner.
Wat voor werk past bij mij?
• Waar ben je goed in en wat kan je niet zo goed?
• Wat vind je leuk en wat vind je niet leuk?

• In een tweetal maak je het werkblad
• Help elkaar met het invullen van de vragen


timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Werkblad:
Bespreek met de leerlingen:
Hoe maak je een goede keuze?
Wat kan je allemaal?
Wat zijn jouw vaardigheden en talenten?
Heb je al een leuk bijbaantje?
Als je het niet zo goed weet, bespreek het dan met anderen. Want door erover te praten, ga je ontdekken waar je goed in bent.
  • Maak tweetallen.
  • Zet de timer.
  • Laat de leerlingen in tweetallen het werkblad invullen.
Werk dat bij mij past

Slide 10 - Woordweb

Woordweb:

Met devices:
Laat de leerlingen noteren welk werk bij hun past (laatste vraag van hun werkblad).

Zonder devices:
Laat de leerlingen op een post it noteren welk werk bij hun past (laatste vraag van hun werkblad).

Bespreek de antwoorden van de leerlingen.

Je netwerk
• Welke mensen heb je om je heen?
• Wat voor werk doen ze?
• Vind je het werk leuk of niet?

Slide 11 - Tekstslide

Werkblad:
Bespreek met de leerlingen:
Welke mensen heb je om je heen?
Dit is een netwerk. Dit netwerk kan jou helpen bij het oriënteren of vinden van passend werk/stage.

Bespreek klassikaal wie de leerlingen kennen, welk soort werk hij/zij doet, of ze dit leuk vinden en waarom.
De antwoorden noteren ze op hun werkblad.

Start klassikaal en bekijk of de leerlingen daarna zelfstandig verder kunnen.
Hulp van je netwerk
• Wie uit jouw netwerk kan je helpen?

• Bedenk 3 personen uit je netwerk die jou kan helpen bij het vinden van passend werk of stage.
•  Schrijf dit op en ook hoe die persoon jouw kan helpen.


Slide 12 - Tekstslide

Werkblad:
  • De leerlingen noteren minimaal 3 personen op hun werkblad waarvan zij denken dat hij/zij hen kan helpen.
  • Laat ze duidelijk opschrijven hoe hij/zij kan helpen.
  • Geef evt. vooraf eerst een eigen voorbeeld.
Hulp van je
netwerk

Slide 13 - Woordweb

Woordweb:

Met devices:
Laat de leerlingen noteren hoe hun netwerk hen kan helpen.

Zonder devices:
Laat de leerlingen op een post it noteren hoe hun netwerk hen kan helpen.

Bespreek de antwoorden van de leerlingen.


Welke vragen heb je nog?

Slide 14 - Open vraag

Open vraag:
Welke vragen zouden ze willen stellen?

Met devices:
Laat de leerlingen de open vraag beantwoorden. 

Zonder devices:
Laat leerlingen op een post it hun antwoord opschrijven en op het bord plakken.

Bespreek de antwoorden van de leerlingen.
Deze antwoorden kunnen ze op hun werkblad invullen.