4V Intro + 2.1 Cel en leven

H2: Cel en leven
Deze les:
- Introductie
- 2.1 Cellen leven samen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H2: Cel en leven
Deze les:
- Introductie
- 2.1 Cellen leven samen

Slide 1 - Tekstslide

Onderwerpen H2 Cel en leven
Je leert wat het betekent dat cellen leven en hoe ze samenwerken
Je leert hoe cellen zijn opgebouwd en hoe de celonderdelen werken
Je leert hoe water, glucose en andere stoffen de cellen in- en uitgaan
Je leert hoe een cel, aan de hand van DNA, eigen eiwitten maakt
Je leert hoe cellen delen en hoe fouten in de celdeling kunnen leiden tot kanker

 

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 2.1: Cellen leven samen

Slide 3 - Tekstslide

Doel en begrippen 2.1
Je leert wat het betekent dat cellen leven en hoe ze samenwerken

Begrippen:
organisatieniveaus, organellen, stamcellen, celdifferentiatie

Slide 4 - Tekstslide

Test je voorkennis
- Ga naar nectar, online werk je maximaal 10 minuten samen aan de 'start' opdracht én aan 'voorkennis' 
- wanneer je dit niet af hebt kun je na de uitleg 
deze opdrachten afronden. 

let op: we gaan werken met BINAS! neem 
deze altijd mee tijdens de lessen / toetsen
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Uitzoomen/ kleinste-grootste

Slide 6 - Tekstslide

Organisatieniveaus
Bij biologie kun je dingen op verschillende organisatie niveaus bestuderen.
Van molecuul tot systeem Aarde.

Slide 7 - Tekstslide

Molecuul
Een structuur die bestaat uit meerdere atomen en met alle eigenschappen van die bepaalde stof

±1 μm

Slide 8 - Tekstslide

Organel
Een onderdeel van een cel met een bepaalde taak

±1 μm

Slide 9 - Tekstslide

Cel
Functionele basiseenheid van elk organisme
± 50 μm

Slide 10 - Tekstslide

Weefsel
Een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functie

Slide 11 - Tekstslide

Orgaan
Verschillende weefsels die samenwerken aan een bepaalde taak

Slide 12 - Tekstslide

Orgaanstelsel
Diverse organen die samen een bepaalde taak hebben

Slide 13 - Tekstslide

Organisme
Een levend wezen

Slide 14 - Tekstslide

Populatie
Groep organismen van een bepaalde soort in een bepaald gebied

Slide 15 - Tekstslide

Levensgemeenschap
Alle organismen (en hun onderlinge relaties) in een bepaald gebied

Slide 16 - Tekstslide

Ecosysteem
Een begrensd gebied waarbij de levende en levenloze natuur relaties hebben

Slide 17 - Tekstslide

Systeem Aarde
Een dynamisch systeem gevormd door alle fysische, chemische en biologische processen op aarde en hun onderlinge interacties

Slide 18 - Tekstslide

Emergente eigenschap
Pas zichtbaar op een hoger organisatie-niveau.
Ontstaat door interactie.

Slide 19 - Tekstslide

Kenmerken van leven

Het eerste leven op aarde: 


Levenskenmerken: 
Opgebouwd uit 1 of meer cellen
Groei
Voortplanting (reproductie)
Stofwisseling (opnemen, omzetten en afgeven van stoffen)
Waarnemen van en reageren op veranderingen in de omgeving
Erfelijk materiaal



Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Oppervalkte/ inhoud
Een cel kan niet zo groot zijn omdat anders de oppervlakte (mogelijkheid tot uitwisseling van stoffen) te klein wordt tov de inhoud.

Slide 24 - Tekstslide

Waarom is een eencellige beperkt in grootte?

Eencelligen worden in de loop van de evolutie steeds complexer geworden, maar zijn beperkt in grootte:
- Cel groter = verhouding tussen oppervlakte en volume kleiner, want volumetoename (^3) is groter t.o.v. oppervlaktetoename (^2).
- Grotere cel heeft meer voedingstoffen en zuurstof nodig voor celprocessen
- Stofwisseling vindt plaats via de celmembraan, maar door het kleinere oppervlak van de celmembraan in verhouding tot de inhoud is stofwisseling langzaam


Slide 25 - Tekstslide

Zoogdieren verliezen veel warmte via de huid. Ten opzichte van ijsberen zijn bruine beren daarom
A
Groter
B
Kleiner

Slide 26 - Quizvraag

Eicel tot organisme
Stamcel -> gespecialiseerde cellen.

Slide 27 - Tekstslide

Stamcellen
Unipotente stamcellen

Pluripotente stamcellen

Omnipotente stamcellen
(vroege embryonale ontwikkeling)

Slide 28 - Tekstslide

Celdifferentiatie
Gespecialiseerde cellen ontstaan door celdifferentiatie.

Celdifferentiatie ontstaat doordat in verschillende cellen verschillende eiwitten worden gemaakt.

Slide 29 - Tekstslide

Cellen/ suikerziekte
Eilandjes van langerhans: gespecialiseerde cellen in de alvleesklier die insuline maken (nodig voor de regeling van de glucose concentratie in het bloed).
Bij mensen met Diabetes type 1 zijn deze cellen beschadigd en maken dus geen insuline meer aan.

Slide 30 - Tekstslide

Cellen/ suikerziekte
Oplossingen:
  • Insuline spuiten
  • Weefseltransplantatie (eilandjes van langerhans)
  • Orgaantransplantatie (alvleesklier)
  • Stamceltransplantatie

Slide 31 - Tekstslide

Orgaan
Weefsel
Cel
Organel
Molecuul
Insuline spuiten
Alvleesklier transplantatie
EvL transplantatie
Stamcel transplantatie

Slide 32 - Sleepvraag

In deze les: maak de 'start' en 'voorkennis' vragen samen af

Huiswerk: maak een samenvatting/ begrippenlijst van 2.1 

Slide 33 - Tekstslide