2.4 Dichtheid

2.4 Dichtheid
2.4 Dichtheid
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.4 Dichtheid
2.4 Dichtheid

Slide 1 - Tekstslide

Korte herhaling paragraaf 3

Slide 2 - Tekstslide

Omrekenen:
40 milliliter =
A
40 cm3
B
40 dm3
C
40 000 cm3
D
40 000 dm3

Slide 3 - Quizvraag

Hoe bereken je het volume
van een blokje?
A
volume = l x b x h
B
volume = l x b
C
volume = l - b
D
volume = l - b - h

Slide 4 - Quizvraag

Wat bepaal je met de onderdompelmethode
A
Gewicht
B
Volume
C
Massa
D
Dichtheid

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen 2.4 Dichtheid
BB/KB: 
Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is.
Je kunt de dichtheid van een stof berekenen als de massa en het volume gegeven zijn.

Extra voor TL/H: 
Je kunt de dichtheid van een stof berekenen, ook als je zelf nog het volume moet meten/berekenen.



Slide 6 - Tekstslide

Dichtheid
De dichtheid van een stof is de massa van een blokje van 1 cm3 van die stof.

Slide 7 - Tekstslide

Dichtheid
De dichtheid van een stof is de massa van een blokje van 1 cm3 van die stof.

De dichtheid is een stofeigenschap: elke stof heeft een eigen dichtheid.

Slide 8 - Tekstslide

Dichtheid
De dichtheid van een stof is de massa van een blokje van 1 cm3 van die stof.

De eenheid van dichtheid is g/cm3.

Slide 9 - Tekstslide

Dichtheid is massa in gram van 1 cm3
Grootheid is dichtheid
Eenheid is g/cm3

Slide 10 - Tekstslide

Dichtheid
Dichtheid:
Wat de stof per volume weegt. 
Dus: de hoeveelheid massa (g) per volume (cm3) 
                 

Slide 11 - Tekstslide

Dichtheid
Hier heb je 8 'bolletjes' in 1 cm3 dus kleinere dichtheid.
Dichtheid = 8
cm3g
Hier heb je 27 'bolletjes' in 1 cm3 dus grotere dichtheid.
Dichtheid = 27
cm3g

Slide 12 - Tekstslide

De formule

Dichtheid = Massa (g) : Volume (cm3)

Vergeet niet de eenheid g/cm3 achter je antwoord te zetten!

Slide 13 - Tekstslide

Een blokje heeft een massa van 135g en een volume van 50cm³. 

Bereken de dichtheid.

Slide 14 - Tekstslide

Een blokje heeft een massa van 135g en een volume van 50cm³. Bereken de dichtheid.
Gegeven:    m=135 g     V= 50 cm³
Gevraagd: Dichtheid



Slide 15 - Tekstslide

Een blokje heeft een massa van 135g en een volume van 50cm³. Bereken de dichtheid.
Gegeven:    m=135 g     V= 50 cm³
Gevraagd: Dichtheid

Berekening: 135 delen door 50


Slide 16 - Tekstslide

Een blokje heeft een massa van 135g en een volume van 50cm³. Bereken de dichtheid.
Gegeven:    m=135 g     V= 50 cm³
Gevraagd: Dichtheid

Berekening: 135 delen door 50


Antwoord:      Dichtheid = 2,7 g/cm³

Slide 17 - Tekstslide

Een blokje heeft een massa van 250g en een volume van 32 cm³. 

Bereken de dichtheid.

Slide 18 - Tekstslide

Oefenen


Maak de opgaves op je werkblad.



KlaarStart alvast met de opgaves in je boek, paragraaf 2.4 'Dichtheid'

Slide 19 - Tekstslide

Aan tafel
Pak een:

Pen 
Rekenmachine
Science boek
Eventueel een schrift


Slide 20 - Tekstslide

Oefenen


Maak de opgaves op je werkblad.



KlaarStart alvast met de opgaves in je boek, paragraaf 2.4 'Dichtheid'
Voor alle niveaus dezelfde paragraaf.

Slide 21 - Tekstslide

Aan het werk...!

Lees paragraaf 2.4 goed door.

Maak de opgaves in paragraaf 2.4 'Dichtheid'.

Slide 22 - Tekstslide

De massa van een voorwerp met een volume van 10 cm3 is 65,7 gram.

Bereken de dichtheid met behulp van de formule.

Schrijf je berekeningen altijd op!
A
657 g/cm3
B
6,6 g/cm3
C
6,9 g/cm3
D
0,15 g/cm3

Slide 23 - Quizvraag

Een stof heeft een massa van 5,2 gram en een volume 2 cm3. Bereken de dichtheid
A
2,6 g/cm3
B
10,4 g/cm3
C
7,2 g/cm3

Slide 24 - Quizvraag

Mijn blokje heeft een massa van 10 gram en een volume van 3 cm3. Bereken de dichtheid.
A
Dichtheid = 3,3 g/cm3
B
Dichtheid = 0,3 g/cm3

Slide 25 - Quizvraag

Kun jij nu het verschijnsel uit de afbeelding proberen te verklaren?
2.4 Dichtheid

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

0

Slide 28 - Video

Aan de slag!
Thema 2, basisstof 4 (blz 58)
- LessonUp
- Alle opdrachten maken en nakijken.
Denk aan de afspraak dat je bepaalde opdrachten in je schrift maakt.

Proef 7 Dichtheid

Leerdocument




Quiz klassikaal:

Slide 29 - Tekstslide