eiwitten

lesson-up
Je hebt een tweede scherm nodig, een mobiel is het handigst
Als een dia een blauwe achtergrond heeft kunnen jullie een vraag beantwoorden op je mobiel. 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

lesson-up
Je hebt een tweede scherm nodig, een mobiel is het handigst
Als een dia een blauwe achtergrond heeft kunnen jullie een vraag beantwoorden op je mobiel. 

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen:
  • Het verschil benoemen tussen hoog waardige en laag waardige eiwitten
  • Eiwitten indelen op chemische eigenschappen
  • Eiwitten indelen op ruimtelijke structuur

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het iso-elektrisch punt van een aminozuur?

Slide 3 - Open vraag

Wat is het IEP van Threonine
(2-amino, 3-hydroxybutaanzuur)
pKz zuur = 2,09
pKb amine = 4,90

Slide 4 - Open vraag

Wat is het IEP van Threonine (2-amino, 3-hydroxybutaanzuur)
pKz zuur = 2,09
pKb amine = 4,90

  • pKz amine = 14 - 4,90 = 9,10

  • IEP = (2,09 + 9,10) / 2 = 5,60

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn eiwitten
Eiwitten (ook wel protëinen genoemd) zijn polypeptiden, verbindingen die zijn opgebouwd uit minimaal 20 aminozuren
Eiwitten hebben in levende organismen een aantal functies
  • bouwstoffen  (bv. membranen)
  • brandstoffen 
  • enzymen  (biologische katalysatoren
  • afweer  (antilichamen)
  • hormonen  (bv. insuline)
  • transport zuurstof 

Slide 6 - Tekstslide

hoog waardige eiwitten

We kunnen namelijk een hoog percentage ± 90 % van de verkregen eiwitten omzetten in lichaamseigen eiwitten 
laag waardige eiwitten

We kunnen namelijk maar een laag percentage omzetten in lichaamseigen eiwitten 
hoog waardige eiwitten

We kunnen namelijk een hoog percentage ± 90 % van de verkregen eiwitten omzetten in lichaamseigen eiwitten 

laag waardige eiwitten
We kunnen namelijk maar een laag percentage omzetten in lichaamseigen eiwitten 


Slide 7 - Tekstslide

eiwitbronnen

Slide 8 - Woordweb

geef een functie van een eiwit

Slide 9 - Open vraag

voorbeelden van eiwitten
  • Albuminen. Deze eiwitten komen bijvoorbeeld voor in melk en bloedserum. Ze hebben een betrekkelijk lage molmassa en zijn in water oplosbaar 
  • Keratine bevindt zich in haren, nagels en veren. Het is rijk aan zwavel 
  • Caseïne. Dit eiwit zit in melk en kaas en bevat fosfor
  • Hemoglobinen zijn eiwitten die voorkomen in rode bloedlichaampjes en bevatten ijzer
  • Gluten zijn eiwitten in tarwemeel en geven soms aanleiding tot overgevoeligheid

Slide 10 - Tekstslide

Indeling op chemische samenstelling
enkelvoudige eiwitten:
Deze zijn alleen opgebouwd 
uit aminozuren 


Slide 11 - Tekstslide

Indeling op chemische samenstelling
geconjugeerde eiwitten:
Deze zijn gecombineerd met 
bijvoorbeeld vetten, 
nucleïnezuren of 
met koolhydraten

Slide 12 - Tekstslide

Indeling op ruimtelijke structuur
fibrillaire eiwitten:

Slide 13 - Tekstslide

Indeling op ruimtelijke structuur
globulaire eiwitten:



Slide 14 - Tekstslide

bouw van eiwitten
primaire structuur:
De volgorde waarin de 
aminozuren aan elkaar 
gekoppeld zijn, 
bepaalt de primaire structuur
van het eiwit

Slide 15 - Tekstslide

bouw van eiwitten
secundaire structuur
verschillen in eiwitten kunnen ook 
ontstaan door een andere 
ruimtelijke bouw

Slide 16 - Tekstslide

bouw van eiwitten
tertiaire structuur
de tertiaire structuur is 
de vorm, waarin een 
helix ten gevolge
van waterstofbruggen 
opgevouwen is tot een 
kluwen

Slide 17 - Tekstslide

bouw van eiwitten
quaternaire structuur
De quaternaire structuur
laat zien, hoe eiwitketens 
onderling verbonden 
zijn tot complexere 
structuren

Slide 18 - Tekstslide

  • De primaire structuur van een eiwit geeft de volgorde van de samenstellende aminozuren. 
  • De secundaire structuur geeft de ruimtelijke bouw van de eiwitketen. Dit is vaak een helix (spiraal). 
  • De tertiaire structuur geeft weer hoe de spiraal gevouwen is. 
  • de quartenaire structuur geeft weer hoe de eiwitten onderling gebonden zijn.
  • De primaire structuur van een eiwit geeft de volgorde van de samenstellende aminozuren.
  • De secundaire structuur geeft de ruimtelijke bouw van de eiwitketen. Dit is vaak een helix (spiraal).
  • De tertiaire structuur geeft weer hoe de spiraal gevouwen is.
  • de quartenaire structuur geeft weer hoe de eiwitten onderling gebonden zijn.

Slide 19 - Tekstslide

enkelvoudige eiwitten
geconjugeerde eiwitten

Slide 20 - Sleepvraag

Hoe noem we een eiwit met deze structuur?
A
helix
B
fibrillair
C
globulair
D
kluwen

Slide 21 - Quizvraag

wat is het verschil tussen een hoogwaardig eiwit en een laagwaardig eiwit?

Slide 22 - Open vraag

leerdoelen gehaald?
  • Het verschil benoemen tussen hoog waardige en laag waardige eiwitten
  • Eiwitten indelen op chemische eigenschappen
  • Eiwitten indelen op ruimtelijke structuur

Slide 23 - Tekstslide