In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
A4 WA H10 voorkennis
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen voor de toets
Hoofdstuk 8 paragraaf 1 t/m 3
Ik kan verschillende vormen van stijgen en dalen benoemen.
Ik kan bij een grafiek een toenamediagram maken.
Ik kan bij een toenamediagram een grafiek maken.
Ik kan een gemiddelde verandering per tijdseenheid berekenen.
Ik kan een differentiequotiënt over een gegeven interval berekenen.
Ik kan de helling van / snelheid in een punt schatten m.b.v. een raaklijn aan dat punt.
Ik kan met behulp van [dy/dx]_(x=a) bepalen of de y toe- of afneemt voor x=a.
Ik kan het verband beschrijven tussen dy/dx en de helling van een grafiek.
Ik kan bij een gegeven grafiek een hellinggrafiek schetsen.
Ik kan functies met enkel termen in de vorm ax^n differentiëren.
Slide 2 - Tekstslide
Ik kan verschillende vormen van stijgen en dalen benoemen.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Komt niet voor in deze grafiek
Toenemende stijging
constante stijging
afnemende stijging
constante daling
Toenemende daling
afnemende daling
Slide 5 - Sleepvraag
Ik kan bij een grafiek een toenamediagram maken.
Slide 6 - Tekstslide
Maak een tabel met toenames.
Zet de toename boven de rechtergrens van het bijbehorende interval.
Zet Δy o.i.d. bij de verticale as.
Slide 7 - Tekstslide
Teken het toenamediagram op het interval [0.4] met Δx=1. Krijg je geen foto geüpload? Typ dan "klaar" als je het af hebt.
Slide 8 - Open vraag
Ik kan bij een toenamediagram een grafiek maken.
Slide 9 - Tekstslide
Sleep de toenamediagrammen naar de juiste grafiek
Slide 10 - Sleepvraag
Ik kan een gemiddelde verandering per tijdseenheid berekenen.
Slide 11 - Tekstslide
In de figuur is het aantal auto’s N op een parkeerterrein bij een dierentuin uitgezet tegen de tijd t in uren.
Bereken ΔN/Δt op het inetrval [9. 13]
Slide 12 - Open vraag
Ik kan een differentiequotiënt over een gegeven interval berekenen.
Slide 13 - Tekstslide
Zie het toenamediagram hiernaast. Bereken het differentiequotiënt op het interval [0, 7]
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Ik kan de helling van / snelheid in een punt schatten m.b.v. een raaklijn aan dat punt.
Slide 16 - Tekstslide
In de figuur zie je een tijd-afstandgrafiek. In punt A is de raaklijn van de grafiek getekend. Schat de snelheid op t=8.
Slide 17 - Open vraag
In de figuur zie je een tijd-afstandgrafiek. Neemt de snelheid gedurende de eerste vier uur toe of af? Hoe zie je dat aan de grafiek?
Slide 18 - Open vraag
Ik kan met behulp van [dy/dx]_(x=a) bepalen of de y toe- of afneemt voor x=a.
Slide 19 - Tekstslide
Gegeven is de formule K = 0,04q² + 0,3q + 20 met de kosten K in duizenden euro’s en de productie q in duizenden kg. Bereken de snelheid waarmee de kosten veranderen bij een productie van 3200 kg.
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Ik kan het verband beschrijven tussen dy/dx en de helling van een grafiek.
Slide 22 - Tekstslide
Het aantal rendieren N in een natuurpark in Canada is gegeven door de formule N = -0,2t³ + 4,5t² + 80t + 500. Hierin is t de tijd in jaren met t=0 op 1 januari 1995. Toon aan dat het aantal rendieren op 1 januari 2005 toenam.
Slide 23 - Open vraag
Het aantal rendieren N in een natuurpark in Canada is gegeven door de formule N = -0,2t³ + 4,5t² + 80t + 500. Voor welke t is de snelheid waarmee het aantal rendieren verandert gelijk aan 0? Rond af op één decimaal.
Slide 24 - Open vraag
Ik kan bij een gegeven grafiek een hellinggrafiek schetsen.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Sleepvraag
Ik kan functies met enkel termen in de vorm ax^n differentiëren.