Je kent de algemene regels bij de klimaatfactoren.
Weten hoe een klimaatgrafiek werkt
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
lesdoelen:
Je kunt de 5 klimaatfactoren noemen.
Je kent de algemene regels bij de klimaatfactoren.
Weten hoe een klimaatgrafiek werkt
Slide 1 - Tekstslide
klimaatfactoren bepalen welk klimaat overheerst in een gebied
Slide 2 - Tekstslide
Binnen een landschapszone komen verschillende klimaten voor
Slide 3 - Tekstslide
Er zijn 5 klimaatfactoren die klimaat het bepalen
De geografische breedteligging
Land-zeeverdeling (liggi g t.o.v water, zeeën en oceanen)
Hoogteligging
Ligging van gebergten (richting van bergruggen)
Invloed van wind-en zeestromen
Slide 4 - Tekstslide
geografische breedteligging
Algemene regel: Hoe verder van de evenaar hoe kouder het is.
Dit komt doordat: 1. Zonnestralen warmteverliezen naarmate ze langer onderweg zijn. 2. De zonnestralen op hogere breedte een groter oppervlak moeten verwarmen.
Slide 5 - Tekstslide
Land-zeeverdeling
van invloed op neerslag en temperatuur
Algemene regel: Wind van zee brengt meer neerslag met zich mee dan wind over land.
Verder van zee zijn de temperatuurverschillen tussen zomer en winter groter dan bij zee.
Slide 6 - Tekstslide
Hoogteligging
Algemene regel: Hoe hoger hoe kouder.
Per 1000 meter stijging daalt de temperatuur 6 graden.
(per 100 meter stijging 0,6 graden)
Slide 7 - Tekstslide
Ligging van gebergte
Algemene regel: Wind van zee neemt waterdamp mee, bij het gebergte stijgt de lucht, koelt af, waterdamp condenseert en dat geeft neerslag.
Slide 8 - Tekstslide
De invloed van zeeën en oceanen
Algemene regels:
1. Hoe verder van zee, hoe minder neerslag er valt. 2. Wind van zee heeft in de winter een verwarmend effect op het land en in de zomer een verkoelend effect.
3. Warme zeestromen kennen meer verdamping en hebben een verwarmend effect. Koude zeestroom heeft minder verdamping en een verkoelend effect.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
zeestromen, de temperatuur van een zeestroom is relatief. Dat betekent vergeleken met het omringende water.
Slide 12 - Tekstslide
Waarom is het verschil tussen de gemiddelde zomer-en wintertemperatuur aan de westkust van Noorwegen kleiner dan in het oosten?
Oorzaak: langs de westkust stroomt een relatief warme golfstroom. Het oosten ligt niet aan zee.
Gevolg: Deze warme zeestroom heeft een verwarmend effect in de winter. Waardoor temperaturen aan de westkust minder laag zijn in de winter dan in het oosten.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
BW en EH. Welke klimaatfactoren zijn hier bepalend?