reactieschema's opstellen + wet van massabehoud

Stappenplan reactieschema
1. Zoek alle namen van de beginstoffen op.
2. Zoek alle namen van de reactieproducten op.
3. Zet alle beginstoffen voor de pijl.
4. Zet alle reactieproducten achter de pijl.
5. Noteer de fase van de stof (s, l, g, aq)
1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 9 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Stappenplan reactieschema
1. Zoek alle namen van de beginstoffen op.
2. Zoek alle namen van de reactieproducten op.
3. Zet alle beginstoffen voor de pijl.
4. Zet alle reactieproducten achter de pijl.
5. Noteer de fase van de stof (s, l, g, aq)

Slide 1 - Tekstslide

Wet van behoud van massa
Er kan geen massa verschijnen of verdwijnen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

broodje + hamburger (2x) + sla + saus -> hamburger

Slide 4 - Tekstslide

Rekenen met massaverhoudingen
Vergelijking met koken
Recept voor simpele salade van 300 gram.
Benodigheden: 250 gram sla, 50 gram dressing
sla      +         dressing         ->        salade
250 gram           50 gram                   300 gram   
500 gram          100 gram                  600 gram 
Verhouding is dan 250 / 50 is het zelfde als 5 : 1   


Ook koken voldoet aan de wet van behoud van massa!
x 2 

Slide 5 - Tekstslide

Hulpmiddel om te rekenen
1. Schrijf het reactieschema op.
2. Schrijf de massaverhouding eronder.
3. Schrijf de bekende gegevens daaronder.
4. Bereken de onbekende.

Slide 6 - Tekstslide

wet van behoud van massa

aluminium (s)   +  zuurstof (g)   --> aluminiumoxide (s)

9  g              +             ?          =                  17 g

?           +           80 kg           =            170 kg

Slide 7 - Tekstslide

De vaste stof natriumchloride ontstaat uit de reactie van vast natrium met gasvormig chloor. Bereken hoeveel gram natriumchloride je maximaal kan maken uit 14,0 gram natrium.

  1. Schrijf het reactieschema op.
  2. Schrijf de massaverhouding eronder.
  3. Schrijf de bekende gegevens daaronder. 
  4. Bereken de onbekende.

  1. natrium (s) + chloor (g) --> natriumchloride (s)
2. 1,0             :        1,5           -->            ....?
3. 14,0            :        ....           -->            ....?
4. 14,0            :        21,0          -->            ....?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide