215 lesplannen
Op zoek naar interactief lesmateriaal? Bekijk hier de online lesplannen van andere docenten.
Lesplan met 4 lessen
Maatschappijkunde Pluriforme samenleving H1-4
Wat leer je bij maatschappijkunde? Welke onderwerpen worden behandeld? Bij dit vak leer je dingen over jezelf, over je klasgenoten en over de samenleving. Maatschappijkunde gaat over mensen en over hoe mensen met elkaar leven. Dat gebeurt in de samenleving. Of de maatschappij, zoals we het ook wel noemen. Maar wat houdt dat eigenlijk in?Mensen zijn verschillend. Ze verschillen qua uiterlijk, maar ook in
gedrag. Daar moeten we als samenleving mee om leren gaan. Nederland is al eeuwenlang een land waar verschillende culturen
samenleven. Hoe we dat doen en hoe dat zo gekomen is, leer je in
dit boek.
Hoe kunt u deze lessen gebruiken?
Maak met het oogje aan de rechterkant van de dia’s in de bewerkmodus een dia onzichtbaar tijdens het geven van de les.Pas differentiatie toe in uw les. Alle dia’s met een blauw bolletje in de bewerkmodus zijn enkel voor BK, alle dia’s met een geel bolletje zijn enkel voor KGT en alle dia’s zonder gekleurd bolletje zijn voor zowel BK als KGT.Maak gebruik van timers bij quizvragen. Onder de quizvragen staat nu een timer maar deze kunt u handmatig uitzetten. Zo kunt u langer stilstaan bij de opdrachten voordat uw leerlingen antwoord moeten geven.De notities bevatten belangrijke informatie. Naast lestips staat er ook toelichting bij bepaalde dia’s of opdrachten. Dit zijn aantekeningen voor u als docent.
Hoofdstuk 1 - Welke verschillen zijn er tussen mensen?
Mensen verschillen van elkaar. Zo gaat de een graag naar de Zwarte
Cross, terwijl de ander liever carnaval viert. Weer iemand anders
doet juist allebei. En de een vindt dat Zwarte Piet moet worden
vervangen door een gekleurde piet, terwijl de ander vindt dat Zwarte
Piet hoort bij de Nederlandse cultuur.Doelen die dit hoofdstuk centraal staan:Ik kan uitleggen waarin mensen verschillen.Ik kan het verschil tusse nature en nurture uitleggen.Ik kan uitleggen wat socialisatie is.Ik kan uitleggen wat socialisatoren zijn.
Hoofdstuk 2 - Wie leven er in Nederland?
Aan wie denk jij als je de titel van dit hoofdstuk leest? Aan Friezen?
Aan Amsterdammers? Of juist aan jezelf? In Nederland leven veel
mensen, maar zijn ze allemaal Nederlanders? Sommige mensen
vinden dat alle Nederlanders dezelfde dingen moeten doen:
dezelfde taal spreken, dezelfde feesten vieren, hetzelfde geloven
en hetzelfde belangrijk vinden. Nederland is toch 1 land? Maar in het
vorige hoofdstuk stond juist dat er verschillen waren. Hoe zit dat?Doelen die dit hoofdstuk centraal staan:Ik kan uitleggen wat cultuur is.Ik kan het verschil tussen de dominante-, sub- en tegencultuur uitleggen.Ik kan het verschil tussen een waarde, norm en een traditie uitleggen.Ik kan het verschil tussen een westerse en niet-westerse migratieachtergrond uitleggen.Ik kan uitleggen wat een pluriforme samenleving is.
Lesplan met 4 lessen
Hoofdstuk 7 - Machtsdilemma
Wat is macht? En wie heeft macht? Mensen boven de 18 jaar met een Nederlandse nationaliteit mogen stemmen bij verkiezingen. Wat als je jonger bent of een andere nationaliteit hebt? Kun je dan ook invloed uitoefenen? In een democratie wel. Je kunt bijvoorbeeld gaan demonstreren of media-aandacht zoeken. Wat is een democratie eigenlijk en mag iedereen daaraan meedoen?
Hoe kunt u deze lessen gebruiken?
Maak met het oogje aan de rechterkant van de dia’s in de bewerkmodus een dia onzichtbaar tijdens het geven van de les. Pas differentiatie toe in uw les. Alle dia’s met een blauw bolletje in de bewerkmodus zijn enkel voor BK, alle dia’s met een geel bolletje zijn enkel voor KGT en alle dia’s zonder gekleurd bolletje zijn voor zowel BK als KGT. Maak gebruik van timers bij quizvragen. Onder de quizvragen staat nu een timer maar deze kunt u handmatig uitzetten. Zo kunt u langer stilstaan bij de opdrachten voordat uw leerlingen antwoord moeten geven. De notities bevatten belangrijke informatie. Naast lestips staat er ook toelichting bij bepaalde dia’s of opdrachten. Dit zijn aantekeningen voor u als docent.
§7.1 - Macht en invloed
De overheid in Nederland mag jouw berichten niet lezen of jouzomaar afluisteren. Daarvoor gelden er regels. De overheid maakt wetten en regels en moet zich daar zelf ook aan houden. De overheid heeft dus macht, maar mag niet alles. De overheid kan wél ongezonde snacks op school verbieden. Waarom eigenlijk?In deze les staan de volgende leerdoelen centraal:Ik leer wat macht isIk leer acht machtsmiddelenIk leer wat gezag isMet als extra doel voor KGT:Ik leer hoe je macht kunt meten
§7.2 - Macht in Nederland
Mag jij meebeslissen over het avondeten of besluit iemand anderswat jullie gaan eten? En wordt jouw rooster gemaakt door de roostermaker of mag jij zelf jouw uren kiezen? Over sommige zaken mag je meebeslissen, maar in andere gevallen wordt de keuze voor jou gemaakt. In Nederland werkt dat ook zo. Waarover mag jij meebeslissen?In deze les staan de volgende leerdoelen centraal:Ik leer wat een democratie isIk leer wat de vijf kenmerken van een democratie zijnIk leer wat de trias politica isIk leer waarom de media macht hebbenIk leer drie theorieën over de macht van massamedia
Lesplan met 9 lessen
Maatschappijkunde: Criminaliteit
Wat leer je bij maatschappijkunde? Welke onderwerpen worden behandeld? Bij dit vak leer je dingen over jezelf, over je klasgenoten en over de samenleving. Maatschappijkunde gaat over mensen en over hoe mensen met elkaar leven. Dat gebeurt in de samenleving. Of de maatschappij, zoals we het ook wel noemen. Maar wat houdt dat eigenlijk in?
Criminaliteit
Ben je een crimineel als je voor je 18e alcohol drinkt? Of als je zonder helm op je scooter rijdt? Wat is criminaliteit eigenlijk? In de wet staat beschreven wat wel en wat niet mag. Waarom plegen mensen dan toch criminele daden? En hoe moeten we die mensen straffen?De overheid speelt een grote rol in het bestrijden van criminaliteit. Hoe doet de overheid dat? Sommige mensen vinden het belangrijk om criminelen hard te straffen. Maar kunnen we criminaliteit in Nederland ook voorkomen? En kan alleen de overheid dat of kun jij daar ook bij helpen?
Hoe kunt u deze lessen gebruiken?
Maak met het oogje aan de rechterkant van de dia’s in de bewerkmodus een dia onzichtbaar tijdens het geven van de les.Pas differentiatie toe in uw les. Alle dia’s met een blauw bolletje in de bewerkmodus zijn enkel voor BK, alle dia’s met een geel bolletje zijn enkel voor KGT en alle dia’s zonder gekleurd bolletje zijn voor zowel BK als KGT.Maak gebruik van timers bij quizvragen. Onder de quizvragen staat nu een timer maar deze kunt u handmatig uitzetten. Zo kunt u langer stilstaan bij de opdrachten voordat uw leerlingen antwoord moeten geven.De notities bevatten belangrijke informatie. Naast lestips staat er ook toelichting bij bepaalde dia’s of opdrachten. Dit zijn aantekeningen voor u als docent.
Wat is criminaliteit?
Een middelvinger opsteken naar een automobilist of een harde boer laten in het openbaar vinden de meeste mensen asociaal. Toch kun je daar geen boete voor krijgen. Dat is dus geen criminaliteit? Maar wat dan wel? Voor wildplassen kun je een boete krijgen van 140 euro, maar ben je dan gelijk een crimineel?
Lesplan met 5 lessen
Rights now!
Waarom Rights now?
Voor kinderen op de basisschool is de aanwezigheid van internet en digitale media vanzelfsprekend. Ze bewegen zich vol vertrouwen in de online wereld en ze maken zich nieuwe apps snel eigen. Het aanleren van mediawijze vaardigheden gebeurt vaak spelenderwijs en in hun vrije tijd: gewoon door te proberen. Toch moet het belang om kinderen te helpen bij het mediawijzer worden niet worden onderschat. Want hoe handig de basisschoolkinderen ook mogen zijn, mediawijsheid doen ze niet als vanzelf op. En van hun kinderrechten in de online wereld, zijn ze veelal niet op de hoogte. Kinderen moeten begrijpen hoe ze de huidige technologie kunnen gebruiken om toekomstige problemen op te lossen én weten welke rechten hun daarbij beschermen om voorbereid te zijn op hun werkzame leven in de maatschappij. Dit project helpt hen daarbij.
Opzet van het project
Vijf digibordlessen in LessonUp, vindbaar in dit lesplan en op het kanaal van FutureNL. Projectboek voor de leerlingen, als PDF beschikbaar om te printen en kopiëren. Per les een lesoverzicht, als PDF beschikbaar. Met de lesdoelen en een toelichting per slide voor de leerkracht. ProjectoverzichtBekijk hier het projectoverzicht waarin alle leerdoelen staan.
Les 1 Kinderrechten
In deze les draait het om een eerste kennismaking met kinderrechten. Wat zijn kinderrechten? En beschermen deze rechten kinderen ook in de digitale wereld?
De kinderen werken in groepjes. Ze kiezen een van de tien kinderrechten uit het VN-Kinderrechtenverdrag die belangrijk zijn als je online bent en bedenken daar quizvragen bij. Vervolgens kiezen ze twee quizvragen waarmee ze de quiz gaan spelen. Het kind dat de vraag heeft bedacht presenteert de vraag tijdens het spelen van de quiz.
In het eerste deel van de les worden de kinderrechten van het internationale Kinderrechtenverdrag besproken. Bedenk vooraf welke onderwerpen je niet zou willen bespreken met de klas omdat ze gevoelig liggen. De onderwerpen zijn: gescheiden ouders, gevluchte gezinnen die van elkaar gescheiden worden, kinderen die niet mee kunnen doen door armoede en kinderen die niet naar school gaan. Ligt een onderwerp gevoelig in de klas? Sla dan de dia’s die hierover gaan over. Bekijk de filmpjes hoe je dat doet. Je kunt dia's overslaan vanuit het lesplan of vanuit de les.Nodig voor de les DigibordPer tweetal of groepje een computer, tablet of mobiel voor het bekijken van informatie over kinderrechten. Lesoverzicht
Lesplan met 11 lessen
Theatervoorstelling: VAN TWEE KANTEN
Bij een discussie, meningsverschil of ruzie wil je vaak dat men 'jouw' kant van het verhaal kent, het met je eens is en het liefts ook nog dat ze jouw kant ondersteunen. Je bent dan ook vaak meer bezig met anderen overtuigen dan te luisteren naar de ander. Maar als alles verschillende kanten heeft, bestaan er dan ook verschillende waarheden? En als je beide sterk overtuigd bent, kun je er dan wel uitkomen? En wat leerlingen en docenten vinden, dat verschilt toch ook? In de voorstelling VAN TWEE KANTEN worden verschillende respect-situaties uitgespeeld en geeft het publiek na elke scene zijn mening. Elke situatie is anders en alles heeft twee of meerdere kanten. Je bekijk met je klas alle scenarios en geeft steeds je mening. In deze leerlijn kun je in de klas aan de slag met respectlessen die aansluiten bij de voorstelling. Hoe zit het eigenlijk met jouw mening? Hoe vaak luister jij echt naar de argumenten of mening van een ander? Bespreek in de klas de vragen na en kies uit het lesaanbod één of meer vervolglessen. Bij elke scene zijn lessen te vinden die aansluiten bij de gespeelde dillema's. De lessen zijn met een druk op de knop te gebruiken op het smartbord en bevatten uitleg voor de docent en (eventuele) bijlagen om te printen.Veel succes en vooral veel plezier!
Scene 1 - Waar is da feestje
In deze scene wil Louis lekker feesten, het is immers zijn verjaardag en hij wordt maar één keert 16. Zijn zus heeft de dag erna een examen biologie. Ze vinden beide dat de ander 'respect' moet tonen...Bespreek de vragen van de voorstelling klassikaal nogmaals na. Bekijk eventueel voor het nabespreken hoe jouw school/groep gemiddeld heeft geantwoord. Wie wil zijn mening delen?1) Respect!?Wie heeft er volgens jullie geen respect voor de ander en waarom?Wat betekent wederzijds respect eigenlijk?2) Hoe hadden ze dit kunnen voorkomen?
Scene 2 - Strafstudie
In deze scene bezoekt de vader van Jana de directrice van de school. Er is duidelijk spanning. Vader is vooral kwaad. Belangrijk in deze scene is dat beide rollen hun argumenten baseren op aannames. Er zijn dingen gebeurd waar beide partijen niet alle informatie hebben om een goede beslissing te nemen...Bespreek de vragen van de voorstelling klassikaal nogmaals na.Bekijk eventueel voor het nabespreken hoe jouw school/groep gemiddeld heeft geantwoord. Wie wil zijn mening delen?1) Respect!? Wie heeft er volgens jullie geen respect in deze scene en waarom?Wat zou de situatie veranderen?2) Hoe vinden jullie dat dit opgelost moet worden?
Lesplan met 1 les
Schrijven op een wasplankje
Canonvenster Karel de GroteVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les kunnen leerlingen een verband leggen tussen Karel de Grote en het middeleeuwse karolingische schrift.
Aan het eind van de les kennen de leerlingen de betekenis van de begrippen: Karel de Grote, karolingische minuskel, wasplankje.Aan het eind van de les kunnen leerlingen hun eigen handtekening op een wasplankje ontwerpen, wat overeenkomt met de wijze waarop Karel de Grote dit ooit deed.
Schrijven op een wasplankje
Karel de Grote wilde eenheid in zijn grote rijk: één geloof, één munt en ook één handschrift. Zo kon iedereen hetzelfde lezen en begrijpen. Die nieuwe schrijfletter moest natuurlijk wel geoefend worden. Dat kon je goed doen op een wasplankje.
InleidingLang niet iedereen leerde schrijven in de tijd van Karel de Grote. Er waren geen scholen. Alleen in kloosters of aan het hof werd (aan jongens) schrijfles gegeven. Bij dit nieuwe schrift werden voor het eerst hoofdletters en spaties tussen de woorden gebruikt. Dat maakte het lezen een stuk gemakkelijker. Maar het leren schrijven was nog steeds een hele klus. Er was nog geen papier, perkament en inkt waren te kostbaar om te verspillen. Je kon de letters oefenen met een stokje in het zand. Ook gebruikte men een wasplankje. In de was kon je de letters krassen en daarna weer uitvegen om opnieuw te beginnen. Een handige uitvinding van de Romeinen die ook in de tijd van Karel de Grote nog veel gebruikt wordt.
Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links.
Opbouw opdracht en voorbereiding
In deze opdracht gaan de leerlingen aan de slag met het schrijven op een wasplankje. Ze voelen hoe lastig het is om met een houten staafje mooie letters te maken in de was. Ze oefenen letters van het schrift van Karel de Grote en maken zijn handtekening na. Ook maken ze hun eigen ‘Karolingische’ handtekening.
Voor deze opdracht zijn wasplankjes nodig. Deze zijn hier kant en klaar te koop. Je kunt ze ook met de leerlingen zelf maken. De les wordt dan natuurlijk wel een stuk langer. Zie hiervoor het werkblad wasplankjes maken, bekijk dit werkblad voor de uitleg. Ook staat er een materialenlijst met wat je allemaal nodig hebt. Bijenwas ervoor is hier te bestellen.
-Bestel of maak wasplankjes en schrijfstiftjes.-Zet alle benodigdheden klaar in de klas.-Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Laat de digibordslides zien in de klas; een museumdocent legt hierin met een filmpje iets uit over Karel de Grote, zijn schrift en het wasplankje.
-Ga met de kinderen aan de slag.
LinksCanon van Nederland - Karel de GroteWasplankjes bestellenBijenwas bestellen
Lesplan met 1 les
Het Caribisch gebied
Canonvenster Het Caribisch gebiedVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les kunnen de leerlingen een verband leggen tussen het koloniale verleden van Nederland en onze huidige multiculturele samenleving en de verscheidenheid aan feesten die in Nederland worden gevierd.
Aan het eind van de les kennen de leerlingen de betekenis van de volgende begrippen: kolonie, dekolonisatie, raksha bandhan, laddu.Aan het eind van de les kunnen de leerlingen laddu maken aan de hand van een recept.
Een wat? Een Laddu! Een hapje dat Hindoes eten bij het feest Raksha Bandhan. Ontdek snel wat je dan viert en hoe je een Laddu maakt. Lekker zoet!Inleiding
In de loop van de twintigste eeuw komen er steeds meer nieuwe Nederlanders uit de hele wereld naar Nederland. Zoals Surinamers zodat zij hun Nederlandse identiteit konden behouden, of Antillianen vanwege de verslechterde economie. Deze mensen nemen ook nieuwe religies en gebruiken mee, en drukken zo hun stempel op het land. Waarschijnlijk zitten er in jouw klas ook kinderen met allerlei verschillende achtergronden en uit verschillende culturen. Dat betekent dat we niet meer alleen de christelijke feesten vieren in Nederland, maar ook allerlei andere feesten die bij die andere culturen horen, zoals: het Suikerfeest, Holi, Keti koti én Raksha Bandhan.
Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links.
De opdracht
In deze opdracht gaan kinderen aan de slag met het maken van een lekker hapje dat veel wordt gegeten tijdens hindoeïstische feesten, zoals Raksha Bandhan. Raksha Bandhan valt op de dag van de volle maan in augustus. Zussen bedanken hun broers op dit feest voor de bescherming die hij hen biedt. Om hem te bedanken binden ze een beschermingskoord om zijn pols én maken ze een lekker hapje voor hem, een Laddu.
Boodschappenlijstje
Zakje kokosBlikje gecondenseerde melkKleurstof voor etenBonbonpapiertjesLepelBakjeOpbouw opdracht en voorbereidingIn deze opdracht gaan kinderen aan de slag met het maken van een lekker hapje dat hoort bij Raksha Bandhan, een feest dat hindoes vieren in augustus.
-Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).
-Download het boodschappenlijstje.
-Koop alle ingrediënten.
-Zet alle benodigdheden klaar in de klas.
-Laat de digibordslides zien in de klas. Een museumdocent legt hierin met een filmpje uit hoe je laddu maakt.-Ga met de kinderen aan de slag en geniet van een heerlijk hapje.LinksCanon van Nederland - Het Caribisch gebied
Lesplan met 1 les
Watersnood! Wat neem jij mee?
Canonvenster de watersnoodBasisonderwijs groep 5-8 LesdoelenAan het eind van de les hebben de leerlingen kennis gemaakt met de gebeurtenis en de gevolgen van de watersnoodramp.Aan het eind van de les kunnen de leerlingen een vertaalslag maken naar de huidige dreiging van het water door te onderzoeken of ze in een risicogebied wonen en te bedenken welke eigendommen van belang zijn tijdens evacuatie.
Watersnood! Wat neem jij mee?
In februari 1953 breken de dijken en grote delen van zuidwest-Nederland lopen onder water. Een ramp! Wat neem jij mee als jouw straat opeens vol water zou staan?
Inleiding De Deltawerken zijn over de hele wereld bekend. Ze zijn gebouwd om een rampnacht als in 1953 te voorkomen. In Zeeland begaven de dijken het toen onder de druk van een grote storm. 1836 mensen kwamen om, tienduizenden raakten dakloos. “Dit nooit weer,” was de reactie in Nederland. En er is daarna heel veel geïnvesteerd in nieuwe dijken en ingenieuze bouwwerken om Nederland te beschermen tegen het water.
Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links.
Opbouw opdracht en voorbereiding
Onze dijken beschermen ons nu tegen een overstroming en hoewel de kans gelukkig klein is, kan het natuurlijk een keer misgaan.. In deze opdracht ontdekken leerlingen hoe hoog het water bij jullie in de klas zou komen als de dijken vandaag zouden breken. Misschien ligt jullie klas wel gunstig en houden jullie droge voeten. Maar misschien staat het wel tot het plafond! En wat zou jij in dat geval meenemen? Wat is belangrijk? Je tablet? Je teddybeer..? Kinderen leven zich in die moeilijke nacht van toen in en praten over hun bezittingen en hun gevoelens.
-Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Bekijk de les en video.-Bekijk met de leerlingen deze website en kijk hoe hoog het water bij jullie komt. Als bij jullie het water niet hoog komt, stel je dan voor dat je klas in bijvoorbeeld Den Haag ligt.
-Hang een briefje op de muur hoe hoog het water in de klas zou komen. Meet het samen met de leerlingen uit.
-Laat de leerlingen individueel een lijstje maken met maximaal vijf dingen die zij mee zouden willen nemen als het water in hun straat opeens hoog zou staan. Doe deze opdracht ook als het water in de klas niet hoog zou staan. Het gaat om het inleven in de geschiedenis.
-Laat vijf kinderen hun lijstje voorlezen in de klas. Staan er dingen op die overeenkomen met andere kinderen? Of staan er juist hele andere dingen op? Waarom zijn juist deze dingen belangrijk voor deze leerlingen?
-Discussieer erover in de klas.
LinksCanon van Nederland - De watersnoodOverstroomik?
Lesplan met 1 les
Wat is dat?!
Vreemde museumstukkenVoortgezet onderwijs bovenbouwLesdoelenAan het eind van de les kennen de leerlingen de betekenis van de begrippen: collectie en conservator.Aan het eind van de les kunnen de leerlingen de herkomst en functie van een voor hen onbekend object met behulp van handvatten onderzoeken en presenteren.Leerlingen maken een presentatie over een onbekend object uit onze geschiedenis. Ze ontdekken niet alleen wat het is, maar bedenken ook een alternatieve uitleg om hun klasgenoten voor de gek te houden. Wie trapt erin?
Inleiding In het Nederlands Openluchtmuseum bewaren we heel veel voorwerpen die in onze geschiedenis dagelijks gebruikt werden. Een schep, een fiets, een huis. De voorwerpen zeggen iets over hoe we toen leefden. Ze zijn bijzonder omdat ze inmiddels verdwenen of veranderd zijn. Of ze horen bij een belangrijke gebeurtenis uit ons verleden. Soms zijn er objecten waarvan je geen idee hebt wat het is. Zelfs de experts in het museum weten soms niet waar het voor gebruikt werd. Dat vinden onze conservatoren (de mensen die verantwoordelijk zijn voor het bewaren van de spullen) erg leuk, want dan kunnen ze onderzoek doen en misschien wel iets nieuws leren over onze geschiedenis.
In deze opdracht gaan leerlingen zelf een soort ‘conservator’ spelen. Ze gaan in groepjes onderzoek doen naar een object waarvan je niet meteen kunt zien wat het is en waarvoor het gebruikt werd. Alle objecten horen bij een periode uit onze geschiedenis: de Republiek, de VOC of de Tweede Wereldoorlog. Uit welke tijd ze komen, zeggen we er niet bij. Ze moeten zelf, met behulp van een aantal tips, op onze website opzoeken wat het object is, uit welke tijd het komt en waarvoor het gebruikt werd. Daarna mogen ze fantaseren: wat zou het ook geweest kunnen zijn, uit welke tijd en waarvoor zou het gebruikt worden? Ook daar moeten ze een geloofwaardig verhaal van maken. Ze presenteren deze twee uitleggen in de klas. De klas mag kiezen: wat denken zij dat het is?
Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links.
Opbouw en voorbereiding
-Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer de opdracht met behulp van de digibordles.-Deel de klas op in groepjes. Er zijn in totaal 7 ‘mysterieobjecten’, dus maak maximaal 7 groepjes.-Verdeel de mysterie-objecten onder de groepjes. Ze krijgen alleen een foto van het object en twee tips om op te zoeken wat het is (zie downloads). Zelf kun je in de pdf ‘Antwoorden mysterie objecten docent’ opzoeken wat de voorwerpen zijn.-Laat de leerlingen op de website van het openluchtmuseum opzoeken wat het voorwerp is.
-Laat ze daarna een geloofwaardig alternatief bedenken.
-Ze maken een korte presentatie van de twee betekenissen met de hoofdstukken:
Wat is het?
Waar werd het voor gebruikt?
Uit welke tijd komt het?
-Laat de leerlingen per groepje presenteren.
-De andere leerlingen mogen na elke presentatie stemmen welke uitleg zij denken dat de juiste is.
Wie heeft de meeste leerlingen voor de gek gehouden?
TIP: een goede alternatieve uitleg is natuurlijk net zo goed opgebouwd als de ware uitleg! Ook hiervoor moeten leerlingen onderzoek doen naar de tijd en voorwerpen uit die tijd!LinksCollectie Nederlands Openluchtmuseum
Lesplan met 1 les
Bouwen
Themales bouwenVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les kunnen de leerlingen beredeneren hoe de materiaalkeuze van een woning ontstaat, door voorbeelden in de les te bekijken en door de materiaalkeuze van hun school te onderzoeken.Bouwen
Waar is jouw school van gebouwd? Als je naar de geschiedenis kijkt, ontdek je dat mensen met heel veel verschillende materialen huizen hebben gemaakt. Van baksteen, leem, met een riet dak of dakpannen... Waar is jullie school eigenlijk van gemaakt? En waarom juist daarvan?
Inleiding De mens bouwt. De belangrijkste reden voor een mens om te bouwen is om beschutting te hebben. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor bijvoorbeeld dieren, karren en in latere tijd machines. Deze beschutting is vooral nodig tegen het weer. Mensen bouwen van alles: schuren, stallen, fabrieken, maar vooral huizen. Hier wonen mensen immers in. In een huis vinden mensen niet alleen beschutting tegen het weer maar ook tegen gevaar; in een huis loop je minder kans overvallen te worden door dieven dan in de openlucht. Mensen vinden bovendien warmte in een huis. Wanneer je een vuurtje aanlegt in huis of de verwarming aanzet, blijft de warmte langer hangen tussen de muren en het dak, dan in de openlucht.
Mensen bouwen huizen in de stad en op het platteland. De huizen op het platteland zijn over het algemeen groter dan die in de stad. Dit komt doordat er op het platteland meer ruimte is om een huis te bouwen. In een stad wonen immers meer mensen dichter op elkaar, dus moeten de huizen daar kleiner worden gebouwd. Je huis neem je vaak voor lief. Maar waar je woont bepaalt ook vaak hoé je woont. In warme landen zijn de huizen anders dan in koude, want tegen de kou heb je een andere soort bescherming nodig.
Ook bouwden mensen vroeger vaak met materialen uit de buurt. Woonde je bij een bos, dan gebruikte je veel hout. Woonde je in gebieden waar veel leem in de grond zat, dan bouwde je daarmee. Leerlingen ontdekken dat het gebruik van materialen en bouwtechnieken voor huizen afhankelijk was, en in vele delen van de wereld nog is, van verschillende factoren: geografische factoren (bijv. grondsoort, klimaat); aanwezigheid van bouwmaterialen ter plaatse; sociaal-economische omstandigheden van de eigenaar van het huis.
Opbouw opdracht en voorbereiding
De leerlingen beseffen met deze opdracht dat mensen huizen bouwen en dat ze bepaalde redenen hebben voor het gebruik van specifieke bouwmaterialen. Ook ontdekken ze waar de school van gemaakt is. Ze denken na over waarom de school juist hiervan gemaakt is.
-Print het werkblad materialen in mijn school uit – voor alle leerlingen.
-Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer kort het onderwerp ‘bouwen’.
-Laat de eerste slides van de digibordmodule zien met het filmpje van de museumdocent en de opdracht.
-Geef de leerlingen het werkblad materialen in mijn school.
-Laat de leerlingen de hele school doorlopen en alle materialen opschrijven die ze zien.
-Vul samen met de leerlingen de checklist in die in de digibordmodule staat. Welke materialen worden gebruikt in jullie school?
-Discussieer: waarom denk je dat deze materialen zijn gebruikt?
Extra verdiepingsopdracht Voor voortgezet onderwijs: laat de leerlingen kijken hoe de bakstenen muur van school is opgebouwd. Zie hier baksteenformaten en gebruik het werkblad steensverbanden in bakstenen muur.LinksBaksteenformaten
Lesplan met 1 les
Het Wilhelmus
Canonvenster Willem van OranjeVoortget onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les kennen de leerlingen de oorsprong van het Wilhelmus en kunnen zij hierdoor een verband leggen tussen het Wilhelmus en Willem van Oranje.Aan het eind van de les kennen de leerlingen de betekenis van de volgende begrippen en personen: Willem van Oranje, het Wilhelmus, de geuzen.Aan het eind van de les kunnen leerlingen hun mening vormen en hun gevoel uiten over het gebruik van volksliederen.
Het Wilhelmus
Het Wilhelmus is het Nederlandse volkslied. Het is een loflied over Willem van Oranje. Hij leidde in de 16e eeuw de Nederlandse Opstand tegen de Spanjaarden. Het lied wordt nu heel plechtig gespeeld en gezongen. Maar in het begin klonk het heel anders.
Inleiding
Het Wilhelmus werd voor het eerst gezongen door de geuzen. De melodie was overgenomen van een bestaande Franse soldatenmars. Het werd een lied dat de geuzen lekker konden zingen bij het marcheren. Alleen al het deuntje was voldoende om Spaanse troepen op stang te jagen. Het strijdlied gaf moed en eeuwenlang is men het blijven zingen. In 1932 maakte koningin Wilhelmina het Wilhelmus tot nationaal volkslied.
Meer over dit onderwerp: zie onderstaande links.
Opbouw opdracht en voorbereiding
Deze les is geschikt voor thuisonderwijs of voor in de klas. De leerlingen moeten onder andere raden wat het oorspronkelijke tempo van het Wilhelmus was. Verder denken ze na over de betekenis van het volkslied. Aan het einde van de les zingen de leerlingen allemaal mee met de Wilhelmus-karaoke.
-Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer het Wilhelmus-Volg de les op het digibord. -Bespreek de quiz-onderdelen zo nodig na.
-Zing mee met de Wilhelmus-karaoke en bespreek de gevoelens die dat oproept.LinksCanon van Nederland - Willem van OranjeTekst Wilhelmus
Lesplan met 1 les
Jeroen Bosch
Canonvenster Jeroen Bosch Basisonderwijs groep 5,6,7,8 LesdoelenAan het eind van de les weten de leerlingen wie Jeroen Bosch was.De leerlingen leren over het middeleeuwse beroep van schilderDe leerlingen leren over het leven in de middeleeuwse stad.De leerlingen gaan nadenken over de betekenis van de schilderijen van Jeroen Bosch.
Inleiding
Jeroen Bosch is een beroemde schilder uit de Middeleeuwen. Met zijn schilderijen wilde hij mensen waarschuwen om een goed, gelovig christen te zijn. Anders kon het wel eens slecht met ze aflopen. Op zijn schilderijen liet hij de hel zien, met monsters, duivels en vreemde wezens. Van al zijn werken hangen er nog maar een paar in Nederland, in Museum Boymans Van Beuningen in Rotterdam.Jeroen Bosch
Jeroen Bosch woonde en werkte zijn hele leven in ’s-Hertogenbosch, ook wel Den Bosch genoemd. Hij heette eigenlijk Jeroen van Aken, maar noemde zichzelf als schilder Jeroen Bosch.
Midden in de stad had hij zijn schildersatelier. Hier maakte hij samen met zijn leerlingen zijn kunstwerken. Leerlingen werkten gewoon mee aan een schilderij.
Opbouw opdracht en voorbereiding
Deze les is geschikt voor thuisonderwijs of voor in de klas. De leerlingen moeten bedenken wat zij weten over Jeroen Bosch en waarom zij meer over hem gaan leren. Verder denken ze na over de betekenis van de schilderijen van Jeroen Bosch en leren de leerlingen meer over het leven in die tijd.
-Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer de les en vertel de leerlingen wat ze gaan doen vandaag.-Volg de les op het digibord. -Bespreek de quiz-onderdelen zo nodig na.
-Herhaal de les en vraag aan de leerlingen om hun mening over de les.
Lesplan met 1 les
Samsam - Gelijkwaardigheid
Hoi! Welkom bij de lessen van Samsam in de Klas! Met de lessen van Samsam groeit de algemene kennis over de wereld en worden burgerschapsvaardigheden aangeleerd, zoals: discussiëren, kritisch denken en het herkennen van in- en uitsluiting. Het lesmateriaal is geschikt voor groep 5/6 en groep 7/8. Klik hier voor de website van Samsam!
G E L I J K W A A R D I G H E I D
De lessen uit dit lesplan gaan over gelijkwaardigheid en sluiten aan bij de bouwsteen 'Solidariteit'. Onderwerpen als uitsluiting, onrechtvaardigheid, discriminatie en ongelijke behandeling komen bij deze bouwsteen aan bod. Ben jij benieuwd naar het verhaal van de Braziliaanse Soffia? Hoe zij de boodschap 'Je moet trots zijn op je huidskleur en haar!' de wereld in brengt? Ben jij benieuwd hoe jij zelf denkt over gelijkheid en wat jouw ervaringen zijn met dit thema? Ga dan snel aan de slag met de vragen en opdrachten en kom er alles over te weten!Klik op de rechter afbeelding, naast de doelen van de les. Klik dan aan de rechterkant van je scherm op de rode button: Geef les. Zorg er vervolgens voor dat het vinkje bij Devices in de klas links onderaan je scherm uit staat. Veel leerplezier!
Groep 5 t/m 8
Soffia uit Brazilië rapt over discriminatieDeze les:Kan ik voorbeelden van uitsluiting, onrechtvaardigheid, discriminatie en ongelijke behandeling in mijn omgeving herkennen en benoemen.Schrijf ik een rap om het thema gelijkheid aan te kaarten en een boodschap hierover uit te dragen.
Lesplan met 2 lessen
Go Short Middenbouw 2021 - natuur
Welkom bij de lessenreeks van Go Short - International Short Film Festival Nijmegen. In 2021 biedt het festival een online vertoning aan van een filmprogramma met korte films over de natuur. Deze lessenreeks is bedoeld om te gebruiken bij de voorbereiding en nabespreking van de online vertoning. In de reflectie les komt een maker ook aan het woord. In de docentenhandleiding staat achtergrondinformatie en een beschrijving hoe de slides ingezet kunnen worden. Er zitten interactieve elementen in de les, deze kun je inzetten met devices van leerlingen (telefoons of tablets) maar je kunt ze ook gebruiken zonder devices. De leerlingen geven dan gewoon antwoord in de klas. Ook worden de antwoorden op de vragen niet opgeslagen als je de les anoniem geeft, dit is geen probleem voor het geven van de les, maar wel goed om te weten. Veel plezier en succes en laat ons vooral weten via educatie@goshort.nl wat je van de lessen vindt! Of geef via LessonUp sterren aan de les.
Lesplan met 5 lessen
Beeldverhaal: deel 7 (groep 7-8 & vo onderbouw)
BEELDPORTRET - MINI- DOCUMENTAIRE MAKEN
WAT IS BEELDVERHAAL?
BeeldverhaalFilm ontdekken en jouw verhaal verbeelden!Beeldverhaal bestaat uit 6 opeenvolgende delen film ontdekken en maken voor groep 3 t/m 8 van het PO. Beeldverhaal laat kinderen spelenderwijs kennismaken met de kracht en verschijning van beeld en taal in (animatie)film. Door zelf film te maken leren kinderen hoe ze hun eigen werkelijkheid op een creatieve manier kunnen verwoorden en verbeelden. De lessen volgen de leerlijn (media)kunst en filmeducatie en zijn kerndoeldekkend voor taal. In iedere les Beeldverhaal is er aandacht voor mondelinge taalvaardigheid en woordenschat.Deel 7 is geschikt voor leerlingen van groep 7 t/m 8 en VO onderbouw en bestaat uit 5 lessen.Beeldverhaal is ontwikkeld door de Animatiebus ism IDFA.
Inhoud Documentaire maken
Opbouw en samenvatting van de lessen BEELDPORTRET:In deel 7 maken de leerlingen aan de hand van een interview een mini-documentaire over de droom van een zelfgekozen hoofdpersoon. Ze leren hoe ze door goede interviewvragen tot een interessant filmverhaal kunnen komen. Het interview gaan ze filmen. Daarna kruipen ze als het ware in het hoofd van de hoofdpersoon door diens portret te tekenen. Een deel van het verhaal gaan ze animeren. Het eindresultaat is een gefilmd interview, gecombineerd met animatie en tekeningen, dat de kijker echt raakt en plezier brengt.Les 1: Filmplan - De basis voor je filmIn deze les wordt het thema voor de lessen geïntroduceerd: de leerlingen gaan een beeldportret maken over een door hen gekozen hoofdpersoon, op basis van een interview. Ze kijken naar voorbeelden en maken een filmplan waarin de onderdelen voor de mini- documentaire beschreven worden.Les 2: Interview – Het interview met de hoofdpersoonIn deze les bereiden de leerlingen hun interviewvragen voor. Ze kijken naar voorbeelden en leren de juiste vragen te formuleren om interessante antwoorden te krijgen. In hun eigen tijd gaan ze het interview filmen. Les 3: Portret – Wie is je hoofdpersoon?In deze les maken de leerlingen volgens de juiste verhoudingen een portrettekening van de hoofdpersoon. Door intensief bezig te zijn met het tekenen van een hoofd kruipen ze er als het ware even in. Het getekende hoofd wordt later in de film gebruikt. Les 4: Animatie – Wat is de droom van jouw hoofdpersonage?In deze les gaan de leerlingen een deel van het gefilmde verhaal van hun hoofdpersoon verbeelden in een stopmotion-animatie. Voor deze les staan 2 lesuren; er kan buiten de les verder gewerkt worden aan de animatie.Les 5: Montage - Monteren en presenterenIn deze les leren de leerlingen geluid en beeld te combineren, hun film te monteren en het eindresultaat te presenteren.
les 1 Filmplan - De basis voor je film
Wat is de bedoeling?Introductie in het thema en de vorm van de mini-documentaire. De leerlingen komen te weten dat ze een beeldportret gaan maken over iemands droom. In veel documentaires volgt de maker een hoofdpersoon met een grote droom of een bepaald toekomstbeeld. Het is spannend om te zien of deze droom uitkomt.Een goed filmplan, waarin de onderdelen van de film beschreven worden, is een essentiële eerste stap. In deze eerste les staat het maken van zo’n filmplan dan ook centraal. Leerdoelen: Leren hoe een documentaire gemaakt wordtEen interessant onderwerp en hoofdpersoon leren kiezenOp basis van een voorbeeld een idee voor een korte documentaire uitwerkenLeren hoe je een eigen filmplan maakt.Aanvullende leerdoelen leerlijn filmeducatie:Kennismaken met verschillende soorten films en filmmakers.Op basis van verwachtingen het verloop van het verhaal voorspellen en herkennen hoe verwachtingen worden ingelost of juist op hun kop worden gezet.De verschillen tussen fictie en non-fictie herkennen
Lesplan met 5 lessen
Sabi Suriname - PO
Deze les hoort bij de tentoonstelling 'Sabi Suriname - Ontdek de Wereld achter de Dingen' van Tropenmuseum Junior. Klik op 'Docentenhandleiding Sabi Suriname PO' om de bijbehorende docentenhandleiding te bekijken en/of te printen.
Gebruik dit lespakket ter voorbereiding op het bezoek met de klas óf gebruik hem los van een bezoek. In deze lessen leren leerlingen dat Surinamers voorouders in verschillende werelddelen hebben. Ze leren hoe dat zo gekomen is en welke rol Nederland daarin speelde. Hiermee leren zij ook dat als mensen zich verplaatsen er dingen zijn die meekomen, dingen die je loslaat en dingen die je kwijtraakt. Leerlingen ervaren dat voorwerpen uit hun eigen familie een verhaal hebben dat het voorwerp betekenis geeft: voorwerpen kunnen iets vertellen over je eigen familiegeschiedenis.De lessen zijn bedoeld voor het basisonderwijs. Is jouw school in het bezit van iPads/Chromebooks e.d.? Maak hier dan gebruik van. De leerlingen openen in een browser: lessonup.app. Alle lesopdrachten zijn echter ook zonder device uitvoerbaar. Behandel de opdrachten dan klassikaal op een centraal scherm. Door op de afbeeldingen met de lesnummers te klikken opent de les. Klik vervolgens op 'geef les'.
les 1: Dit weet ik
Wat weten de leerlingen al over Suriname? In deze les testen de leerlingen hun voorkennis over dit land.
Spinner
Dit doen zij allereerst door een spinneropdracht. Klik op de spinner om hem te laten draaien. Op de spinner staan vijf thema's:
Surinaams eten en drinken
De natuur van Suriname Muziek en dans van Suriname Surinaamse feesten De koloniale geschiedenis van Suriname (en Nederland) Vraag aan de leerlingen wat zij hier al over weten! Heb je één van de thema's behandeld? Klik dan op 'nog een keer draaien zonder (desbetreffend thema)' totdat je alle thema's behandeld hebt.
Quiz: Wat is waar?
Welke Surinaamse woorden kennen de leerlingen al? Door 10 quizvragen testen de leerlingen hun kennis.
les 2: Wie zijn wij?
Binnenkort gaan jullie naar Tropenmuseum Junior. Daar gaan jullie aan de slag met drie of vier mensen uit het Sabi Suriname team. In deze les stellen zij zich aan jullie voor. Dit doen zij met een familieweb. Jullie gaan daarna ook je eigen familieweb maken.
Wanneer je alle audiofragmenten met de leerlingen beluistert, hoor je een grote diversiteit aan personen met Surinaamse roots. Hierdoor zullen je leerlingen de drie of vier medewerkers herkennen die ze treffen in Sabi Suriname.
Even voorstellenDe Sabi Suriname teamleden stellen zich hier voor. Klik op het portret om de foto te vergroten. Klik vervolgens op het geluidsicoon om het verhaal te beluisteren. Luister naar zoveel familieverhalen als jij wilt.
Familieweb
Download 'Sabi Suriname familieweb'. Druk hem in kleur of in zwart-wit af. (In zwart-wit kunnen de leerlingen het web zelf inkleuren!) In de klas vullen de leerlingen het familieweb in met wat zij zelf weten. Thuis kunnen de leerlingen het web af maken. De volgende dag nemen de leerlingen hun familieweb mee naar de klas en kunnen ze ze aan elkaar laten zien.
Lesplan met 1 les
LESPLAN LES 5 - AFSLUITING
Deze lessenreeks hoort bij het vernieuwde lespakket van Cleanwise, een initiatief van Circulus Berkel. Vanaf nu wordt ook op school aan afval-scheiden gedaan. En dat is belangrijk, hoe meer afval er goed gescheiden wordt, hoe beter het recyclelbaar is. Omdat het voor veel kinderen en volwassenen niet altijd even duidelijk is welk afval waar hoort, is er nu dit lespakket. In deze lessen passeren de drie belangrijkste afvalstromen de revue: PMD, GFT en papier. Dit is de afsluitende les waarbij er wordt teruggekeken op de lessenreeks.
Opzet van de les
Tijdsduur: 10 minutenKlassikaalBenodigdheden lesmoment:- digibord
OVERZICHT
In deze lessenreeks hebben de kinderen veel geleerd over afval. Ze hebben geleerd welke soorten afval er zijn en in welke afvalbak elk soort afval moet. Ook hebben ze geleerd dat sommige soorten afval hergebruikt en/of gerecycled kunnen worden. Het is daarom belangrijk om afval goed te scheiden. Ook hebben ze een aantal (knutsel)opdrachten gemaakt om te zien hoe afval hergebruikt kan worden.
Slide 2 - bespreken thuisopdracht
De kinderen hebben de thuisopdracht uitgevoerd. Bespreek deze met ze na. Vraag ze of ze vonden dat er veel afval te vinden was bij hun thuis. Was dit meer of minder dan ze hadden verwacht? Waren er kinderen die meer PMD-afval hadden dan anderen? Vraag de kinderen wat het meeste PMD-afval bij hen thuis maakten; waren dat bijvoorbeeld de drinkflessen en blikken of de boterhammenzakjes?
Bespreek vervolgens de plannen van de kinderen om dit afval te verminderen.
Lesplan met 1 les
LESPLAN LES 1 - PMD
Deze lessenreeks hoort bij het vernieuwde lespakket van Cleanwise, een initiatief van Circulus. Vanaf nu wordt ook op school aan afval scheiden gedaan. En dat is belangrijk, hoe meer afval er goed gescheiden wordt, hoe beter het recyclelbaar is. Omdat het voor veel kinderen en volwassenen niet altijd even duidelijk is welk afval waar hoort, is er nu dit lespakket. In deze lessen passeren de drie belangrijkste afvalstromen de revue: PMD, GFT en papier. Deze les gaat over PMD. De centrale vraag is: Wat mag er bij het PMD-afval?
Overzicht
Tijdsduur: ca. 30 minuten excl. knutselopdrachtKlassikaal
Benodigdheden lesmoment:
digibordBenodigdheden knutselopdracht:voor elk kind een petfles;spuitbussen om de bloempotten een kleur te geven;scharen;stiften;bloemen of plantjes.
Opzet van de les
De centrale vraag van deze les is: Wat moet er bij het PMD-afval? Dit afval wordt ook wel plastic afval genoemd, maar de officiële naam voor dit soort afval is PMD. Er mag namelijk meer in dan alleen plastic. Daarom is het belangrijk om deze term aan de kinderen uit te leggen. Ze leren ook in welke bak het PMD-afval moet. Om deze kennis te toetsen volgt er een sleepopdracht. Daarna is er een video over het recyclen van PMD.
De kinderen gaan tot slot een bloempot maken van oude plasticflessen. Zo zien ze dat afval ook hergebruikt kan worden.
Slide 1 - Voorkennis peilen
Stel de kinderen de vraag welke soorten afval zij kennen of welke soorten afval ze thuis scheiden. Vraag de kinderen of ze thuis een zak of een bak hebben voor plastic afval. Wat doen ze daar allemaal in? Hoe gaat dat thuis? Wie verzamelt het afval? Wie doet het in de bak? Waarom zou het goed zijn om plastic afval apart te houden?
Lesplan met 1 les
LESPLAN LES 2 - GFT
Deze lessenreeks hoort bij het vernieuwde lespakket van Cleanwise, een initiatief van Circulus. Vanaf nu wordt ook op school aan afvalscheiden gedaan. En dat is belangrijk, hoe meer afval er goed gescheiden wordt, hoe beter het recyclelbaar is. Omdat het voor veel kinderen en volwassenen niet altijd even duidelijk is welk afval waar hoort, is er nu dit lespakket. In deze lessen laten we de drie belangrijkste afvalstromen zien: PMD, GFT en papier. Deze les gaat over GFT. De centrale vraag van deze les is: Wat is GFT-afval?
OVERZICHT
Tijdsduur: 20 minuten excl. knutselopdracht KlassikaalBenodigdheden lesmoment:- digibordBenodigdheden knutselopdracht:- 3 emmers- 1 deksel voor de emmer- boormachine of andere manier om gaten te maken- droge bladeren of stro of karton en papier- bakje met compost met compost-wormen (te vinden op een bestaande composthoop)- water- GFT-afval
Opzet van de les
De centrale vraag van deze les is: Wat is GFT-afval? In deze les wordt eerst aandacht besteed aan wat GFT-afval is en in welke afvalbak dit moet. Daarna kijken de kinderen een video en beantwoorden ze een aantal vragen. Tenslotte gaat de klas een wormenhotel maken. Dit is een kleine composthoop.
Slide 2 - voorkennis
Vraag de klas: wat is GFT-afval? Hebben ze thuis een GFT- of groenbak? Weten ze of er regels zijn voor GFT afval? Waarom zou het goed zijn om GFT-afval in een aparte afvalbak te doen? Vul samen het woordweb in: Wat mag er in de GFT-bak? Bijvoorbeeld: Boterhammenkorstjes, rijst, blaadjes, kleine takjes uit de tuin en visgraatjes.
Lesplan met 43 lessen
Beeld bij je Boek: transkoloniale literatuur
Transkoloniale Literatuur
Meer dan ooit ligt de focus in onze wereld op hoe wij met elkaar omgaan en hoe we naar elkaar kijken. Vanuit welk perspectief kijk je naar de geschiedenis en wordt het niet tijd om vanuit andere kanten naar onszelf en anderen te kijken? Beeld en Geluid op school heeft boeken verzameld waarbij die 'andere kijk' en het 'andere verhaal' centraal staat. Ze vroeg aan een aantal schrijvers met transkoloniale roots hun top 5 te geven van boeken die absoluut gelezen moeten worden, die een noodzaak hebben. Dit resulteert in onderstaande lijst van must reads - ingeleid door de schrijvers. Met stip op één: Wij slaven van Suriname van Anton de Kom.
Beeld en Geluid op school zocht beeld bij deze boeken om leerlingen te helpen inzicht te krijgen bij een boek (zie ook de Kijklijst van Nesciolijst). De boeken die zeker geschikt zijn voor de leeslijst (bovenbouw havo/vwo) kregen de meeste aandacht. De andere pareltjes worden wat korter behandeld. Work in progress Deze lijst is nog niet af. De redactie (Gepco de Jong - docent Nederlands en promovendus Universiteit Leiden, Karlijn Naaijkens - oud docent Nederlands en educatief medewerker bibliotheek, Rik Binnendijk, Amy Welten, Saskia de Vries - researchers Beeld en Geluid) blijft boeken toevoegen. Dus ... kijk, bekijk en gebruik het in de klas. En denk met ons mee! Heb je zelf nog tips (titels én fragmenten uit de collectie) - geef het door via opschool@beeldengeluid.nl. VMBO
Vind je dit een fijne constructie en geef je les op het VMBO? Stuur tips van titels en fragmenten naar opschool@beeldengeluid.nl. In het najaar willen we ook hiervoor een lijst met boeken gaan samenstellen - met jullie input. Nieuwe tekst
Lesplan met 2 lessen
Botenbouw
pROJECT VOOR BASISSCHOOLLEERLINGEN VAN GROEP 7/8, DOOR het ambachtelijk botenbouw centrum IN AMERSFOORT.
Algemene informatie
Iedereen heeft wel eens gevaren, met de boot naar een waddeneiland, met de pont over de rivier, op een zeilboot of in een kano. De mensheid vindt al eeuwenlang zijn weg over het water, met verschillende modellen boten.Van oudsher werden de meeste goederen naar en in Amersfoort over het water vervoerd. Ook waren er scheepswerven net buiten de stad, de Eem had immers een directe verbinding met de Zuiderzee.Informatie en beelden hiervan zijn terug te vinden in de collecties van o.a. Museum Flehite, Museum Spakenburg en Archief Eemland.Anno 2022 kunnen leerlingen zelf een een bootje maken met verschillende houtbewerkingstechnieken in het Ambachtelijk Botenbouw Centrum. Ze leren over de techniek van het ambacht en de geschiedenis van Amersfoort.
een afspraak maken voor de excursie naar het ambachtelijk botenbouw centrum
Ambachtelijk Botenbouw CentrumContactpersoon Frank BrouwerDe Schans 20B3813 TW AmersfoortTelefoon: +31(0)650215733E-mail: info@botenbouwcentrum.nlOpeningstijden: maandag t/m vrijdag van 10.00-17.00 uurEr kunnen maximaal 30 leerlingen meedoen per bezoek. Het bezoek duurt 2 uur en wordt begeleid door een medewerker van het Ambachtelijk Botenbouwcentrum, de leerkracht en tenminste 3 hulpouders.
Lesplan met 9 lessen
Historisch Overzicht vanaf 1848 en Staatsinrichting: Nederland van 1848 tot 1914
TIjd van Burgers en Stoommachines
Waarover gaat Deze serie?
Als in Nederland in 1848 een nieuwe grondwet komt, is dat de eerste stap richting een democratischer Nederland: de macht van de koning wordt ingeperkt en de positie van het Nederlandse parlement wordt versterkt. Toch blijft het stemrecht beperkt tot een zeer beperkte groep, die mag stemmen volgens het principe van het censuskiesrecht. Geleidelijk wordt het stemrecht weliswaar opgerekt, bijvoorbeeld middels het Caoutchouc-artikel van 1887, maar pas in 1919 hebben 'alle' Nederlanders inspraak. Om dit te kunnen bereiken is door de groepen, die toen waren achtergesteld, hard gestreden.Rechten (en plichten) van Nederlanders zijn zó vanzelfsprekend voor leerlingen. Dit onderwerp laat zien dat deze verworvenheden niet zonder slag of stoot in de Grondwet zijn gekomen. En dat ze nog relatief kort geleden in Nederland zijn ingevoerd. Algemeen kiesrecht en emancipatie van achtergestelde groepen zijn 'slechts' 100 jaar geleden ingevoerd en/of geborgd in onze Grondwet. Een dergelijk referentiekader blijft voor leerlingen een lastig gegeven, maar de huidige (nationale en internationale) maatschappij biedt genoeg 'vergelijkingsmateriaal' om leerlingen een beeld te helpen ontwikkelen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: kinderarbeid of discriminatie op grond van sekse, ras of seksuele geaardheid in andere delen van de wereld.Dit onderwerp helpt leerlingen tevens om, bij latere onderdelen van het Historisch Overzicht vanaf 1848, te laten zien wanneer democratie in gevaar komt c.q. dreigt te komen. Of dit nu tijdens de Duitse bezetting is, de Sovjet-Unie ten tijde van Stalin, of het (Islamitisch) terrorisme is.
1. Een nieuwe grondwet
De veranderingen in de Grondwet van 1848 moeten geplaatst worden bij een ontwikkeling die reeds begon bij de Franse Revolutie. Er is daarom bewust gekozen om deze les niet te laten beginnen in 1848, maar reeds in 1789...in Frankrijk.Deze les bevat een sterk component staatsinrichting, waarbij soms meer uitleg wordt gegeven dan is voorgeschreven in de syllabus. Dit is bewust en bedoeld om de leerlingen meer houvast te bieden.Onderwerpen:Bestuur tussen 1815-1848, en vanaf 1848Klassieke- en Sociale GrondrechtenTaken en rechten van het ParlementTrias PoliticaVan wetsvoorstel tot wetLuxemburgse Kwestie (1867)Pacificatie van 1917Personen:Willem IIWillem IIIJohan Rudolf ThorbeckeVideo's:
Lesplan met 11 lessen
Leven van de natuur
Tijdvak van Jagers en Boeren
WAAROVER GAAT DEZE SERIE?
De eerste mensen leefden van dingen die ze in de natuur vonden; ze jaagden, visten en verzamelden bessen en noten. Meer dan 90% van de tijd dat de moderne mens bestaat, leefde hij in kleine groepen jager-verzamelaars. Pas op het moment dat de landbouw wordt uitgevonden, rond 11.000 voor Christus, verandert deze manier van leven drastisch. De neolithische revolutie (of eerste landbouwrevolutie) betekende de overgang van een samenleving van jager-verzamelaars met een rondtrekkend bestaan naar een samenleving van mensen die in nederzettingen woonden (sedentarisme) en aan landbouw en veeteelt deden.Behalve ingaan op deze verandering in middelen van bestaan, behandelt deze lesserie ook belangrijke vaardigheden zoals: het werken met jaartallen, bronnen, en indeling van de tijd.
De TIJD indelen
Voor leerlingen is het werken met jaartallen lastig. Met name het werken met jaartallen voor het jaar 1, leveren eigenlijk bij elk niveau in het eerste leerjaar problemen op. Deze les behandelt het werken met jaartallen stap voor stap, waarbij de vaardigheden van de leerlingen tussentijds wordt getoetst aan de hand van korte quizvragen.
Lesplan met 1 les
Schilderen
PROJECT VOOR BASISSCHOOLLEERLINGEN VAN GROEP 5/6, DOOR HET Mondriaanhuis IN AMERSFOORT
ALGEMENE INFORMATIE
In Amersfoort is een beroemde schilder geboren: Piet Mondriaan. Wat moest je vroeger doen om de techniek van het schilderen onder de knie te krijgen? En welke gereedschappen werden daarbij gebruikt? In deze workshop ervaren leerlingen dat schilderen niet alleen een kwestie van talent is.Leerdoelen- Leerlingen leren dat er verschillende schildergereedschappen bestaan.
- Leerlingen begrijpen wat pigment en bindmiddel is.
- Leerlingen experimenteren met het maken van verf.
- Leerlingen experimenteren met- en ervaren hoeveel verschillende schildertechnieken er zijn.
- Leerlingen zien de geboorteplek van Piet Mondriaan.- Leerlingen leren over de geschiedenis van Amersfoort.- Leerlingen begrijpen dat ambachten zich doorontwikkelen met behulp van techniek en computers.Aansluiting bij de kerndoelenOriëntatie op jezelf en de wereld: 44,45,51Kunstzinnige Oriëntatie: 54,55,56 (SLO)CompetentiesKunstzinnige Oriëntatie: Competenties uit de Leerlijnen Beeldend en Cultureel Erfgoed (SLO)Techniek: Competenties t.a.v. gebruik materiaal en gereedschap, onderzoekend ontwerpen, processen en oorzaak-gevolg. Leerplankader Wetenschap & Techniek (SLO)
EEN AFSPRAAK MAKEN BIJ HET Mondriaanhuis
Stadsatelier Contactpersoon: Febe VerheijenKortegracht 113811 KG Amersfoort
Telefoon: 033-4600176E-mail: educatie@mondriaanhuis.nl
OpeningstijdenMaandag t/m vrijdag van 09:15 - 17:00 uur
Er kunnen maximaal 30 leerlingen meedoen per bezoek. Het bezoek duurt 1,5 uur en wordt begeleid door een medewerker van het Mondriaanhuis, de leerkracht en tenminste 3 hulpouders.
Lesplan met 4 lessen
De Inktaap 2023 - 2024
De Inktaap is dé jongerenprijs van de Nederlandse literatuur. Vanaf september lezen jongeren van 15 t/m 19 jaar uit de bovenbouw van het voortgezet onderwijs de winnende titels van de BNG Bank Literatuurprijs, de Boekenbon Literatuurprijs en de Libris Literatuur Prijs, en kiezen daaruit hun favoriet. Het programma wordt afgesloten met een feestelijke slotdag op 26 maart 2024 in de Doelen, Rotterdam.
Beeld en Geluid op school initieert samen met Passionate Bulkboek een aantal werkwijzen om leerlingen via media verdieping bij de boeken aan te reiken.
Boektrailer #DeZin
Met de boektrailers #DeZin maken we lezers nog scherper bewust van wat taal met je kan doen.
Je kunt een boek lezen als een glijbaan waarin je met steeds meer snelheid naar het eindpunt roetsjt. Maar nog mooier is om af en toe stil te staan bij wát je nu eigenlijk leest, hoe de woorden tot je komen, hoe de zinnen gevormd zijn. Wat bracht de schrijver ertoe deze woorden zo achter elkaar te zetten dat jij, als lezer, geraakt wordt door schoonheid, verbazing of misschien wel ergernis.
#DeZin daagt jou uit om op zoek te gaan naar jouw zin in je boek. En maak daar weer een mooi verhaal van. Dan creëer ook jij weer een #DeZin. Meer weten? Bekijk het hier.
Beeld bij je Boek
Beeldmateriaal bij een boek kan de leerling op verschillende manieren helpen het boek beter te begrijpen.Ter illustratie: Als je een thema niet begrijpt, kan een fragment verduidelijking bieden.
Voor verdieping: Maar media kan ook verdieping bieden door bijvoorbeeld een thema of problematiek in een ander perspectief te plaatsen.
Als interpretatie: Daag je leerlingen uit om zélf op zoek te gaan naar fragmenten om hun mening over het boek te illusteren en daarmee de thema's van een boek te benoemen en ook in een andere context te gebruiken.Wil je alle ins en outs weten hoe je de collectie van beeldengeluidopschool.nl het beste kunt gebruiken? Bekijk onze tutorials.
Lesplan met 2 lessen
Katoendruk
Project voor basisschoolleerlingen van groep 5/6, door De Katoendrukkerij in Amersfoort.
Algemene informatie
Iedereen laat iets van zichzelf zien in de keuze van kleding en de patronen op kleding. Ook kinderen doen dat. Zich mooi uitdossen om daarmee de identiteit te bevestigen doet de mensheid al eeuwenlang. De eerste katoendrukkerij van Europa vestigde zich in de 17de eeuw in Amersfoort. Hier werd naar Indiaas voorbeeld katoen met houten handgegraveerde drukblokken bedrukt. Deze handbedrukte katoenen stoffen, ook wel sits genoemd, werd gebruikt voor kleding en woonstoffering. Voorbeelden daarvan zijn terug te vinden in de collecties van o.a. Museum Flehite, Museum Spakenburg en het RijksmuseumAnno 2021 kunnen leerlingen zelf het katoendrukken beoefenen en zelf patronen bedenken. Met oude en nieuwe drukblokken. Ze leren over de techniek van het ambacht en de geschiedenis van Amersfoort.
Een afspraak maken voor de excursie naar de katoendrukkerij
De Katoendrukkerij in De VolmolenContactpersoon Nathalie Cassee Plantsoen Noord 2
3811 GH Amersfoort
Telefoon: +31(0)6 12526099
E-mail: info@dekatoendrukkerij.nl
Openingstijden: woensdag t/m zondag van 10.00-17.00 uur
Er kunnen maximaal 28 leerlingen meedoen per bezoek. Het bezoek duurt 1,5 uur en wordt begeleid door een medewerker van de Katoendrukkerij, de leerkracht en tenminste 3 hulpouders.
Lesplan met 6 lessen
Historisch Overzicht vanaf 1848 en Staatsinrichting: Het Interbellum
TIjd van Wereldoorlogen
Waarover gaat Deze serie?
Het interbellum (van het Latijn inter, tussen en bellum, oorlog) is een periode van uiterste. Aan de ene kant waren er het einde van de Eerste Wereldoorlog, de Vrede van Versailles en de vooruitzichten van een schijnbare eeuwigdurende economische groei. Aan de andere kant, maar zeker niet los te zien van de eerste opsomming, waren er pessimisme, de crisisjaren, verlies aan vertrouwen in de democratie en de opkomst van niet-democratische stromingen, zoals het fascisme in West-Europa. Toch wordt deze periode door de meeste historici vooral gezien als een wapenstilstand van twintig jaar: een periode van ongemakkelijke vrede.In de serie wordt uitgebreid aandacht besteed aan extreemlinkse- en extreemrechtse dictaturen. Ieder met zijn eigen unieke kenmerken. Soms is bewust gekozen om iets meer achtergrondinformatie te geven: overigens niet om de leerlingen te overspoelen met leerstof, maar meer om de kaders voor hen wat duidelijker te maken.De vaardigheid oorzaak en gevolg is in deze serie nadrukkelijk aanwezig: vermoedelijk nergens in de geschiedenis zijn in een relatief korte periode historische oorzaken en gevolgen zo duidelijk te zien. Overigens is het belangrijk dat leerlingen leren van het verleden, maar waak voor al te makkelijke vergelijkingen tussen het hedendaagse (politieke) klimaat en het interbellum. De geschiedenis herhaalt zich simpelweg niet: elke situatie en periode in de geschiedenis is anders. Net zoals de voorwaarden die bepaalde ontwikkelingen creëren ook uniek zijn.
1. Leven in de Sovjet-Unie
De extreemlinkse dictatuur in de Sovjet-Unie onder Stalin is één van de twee totalitaire samenlevingen die leerlingen moeten kennen, hoewel er discussie onder historici is of Nazi-Duitsland wel als totalitaire samenleving kan worden gezien. Vooral het ontbreken van een echte staatseconomie, alsmede een terreursysteem dat minder georganiseerd bleek dan in eerste instantie werd gedacht, zijn dan de belangrijkste tegenargumenten.Voor de leerlingen is dit een relatief onbekend onderwerp. Waarschijnlijk kennen sommige leerlingen Stalin wellicht uit één van de vele Top 10: Wie is de grootste moordenaar aller tijden?'-video’s op YouTube, waarin hij regelmatig, overigens geheeld terecht, genoteerd staat. De Sovjet-Unie is voor de leerlingen meestal dat land dat zijn bondgenoten tijdens de Eerste Wereldoorlog in de steek heeft gelaten.Deze les gaat, logischerwijs, in op de Sovjet-Unie onder Stalin en dan met name de aspecten die kenmerkend zijn in de periode 1924-1939: collectivisatie, planeconomie, persoonsverheerlijking, censuur, showprocessen en de strafkampen. Alle onderdelen zijn voorzien van uitgebreide achtergrondinformatie en sprekende beelden.Leerlingen vinden dit over het algemeen een fascinerend onderwerp, juist om vanwege het feit dat het een keer niet over de dictatuur in Nazi-Duitsland gaat.Voor de leerlingen vind je bij Links en Bijlagen een fotostrip over dit onderwerp, waarin alle onderdelen uit de les aan bod komen.Mocht je tijd over hebben in de les, dan is de aflevering uit de serie In Europa over Rusland (inderdaad, die met 'het jongetje Pavlik Morozov') een absolute aanrader. Hoewel, omwille van de tijd, sommige passages kunnen worden doorgespoeld.Wil je je eigen kennis over dit onderwerp verbreden, dan zijn de volgende, zeer leesbare én ontluisterende, boeken van historicus Orlando Figes verplichte kost : De fluisteraars: leven onder Stalin en Revolutionair Rusland. Veel beter zul je ze over dit onderwerp niet lezen.Onderwerpen:op welke manier komt Stalin aan de machtde kenmerken van de Sovjet-Unie onder Stalinde positie van de Sovjet-Unie in de periode 1917-1945Personen:Vladimir LeninJozef StalinVideo's:
Lesplan met 6 lessen
De Eerste Wereldoorlog (onderbouw)
Tijd van Wereldoorlogen
Waarover gaat Deze serie?
‘De oorlog die aan ons land is voorbij gegaan’. Dat was toch een beetje de positie van de Eerste Wereldoorlog in het Nederlandse geschiedenisonderwijs. Dat is de afgelopen tijd gelukkig veranderd en wordt het belang van deze oorlog ook voor ons leerlingen onderkend. Al is het alleen maar vanwege het feit dat de strijd in de loopgraven inmiddels ruim honderd jaar geleden in ons Europa heeft plaatsgevonden.Maar de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog zijn niet te onderschatten en alleen daarom al van groot belang om een plek te krijgen binnen het Historisch Overzicht vanaf 1848: van de ruim één miljoen Belgische vluchtelingen, naar de opkomst van Adolf Hitler en uiteindelijk de Tweede Wereldoorlog. Met name dat laatste is voor historici ook vaak de reden om te spreken van één grote wereldoorlog die slechts onderbroken werd door een wapenstilstand van ongeveer twintig jaar.De Grote Oorlog spreekt in eerste instantie niet veel leerlingen aan: het is een grote onbekende en, mede vanwege het ontbreken van tastbare bronnen én bekende speelfilms. Maar als het onderwerp wordt behandeld dan verbazen de leerlingen zich niet alleen over de zinloosheid van een loopgravenoorlog, maar ook over de uitvindingen tijdens de ‘oorlog van de uitvinders’ die steeds gruwelijker wapentuig bracht voor op, onder en boven het slagveld.
1. Een land om trots op te zijn
In deze les wordt de naam Eerste Wereldoorlog kort behandeld. Het is goed om uit te leggen dat de naam zelf pas later (vermoedelijk rond 1920) werd gebruikt en dat voor de meeste landen die erbij betrokken waren de term Grote Oorlog veel meer passend was. Het was de Oorlog die alle oorlogen zou beëindigen, waarna de kaarten in Europa voorgoed waren geschud.In deze les worden bijna alle oorzaken van de Eerste Wereldoorlog genoemd, maar uiteraard kan hierin een keuze worden gemaakt.Alle oorzaken bij elkaar waren genoeg om een oorlog te beginnen, maar uiteindelijk was het bekende druppel, de aanslag op de Oostenrijkse kroonprins Frans Ferdinand door Servische nationalist Gavrilo Princip, die ervoor zorgde dat de Europese landen met elkaar in oorlog kwamen.Dit onderwerp leent zich dan ook uitstekend om de historische vaardigheid oorzaak, gevolg en aanleiding uit te diepen. Onderwerpen:terminologie van de Eerste Wereldoorlogoorzaken van de Eerste Wereldoorlog: militarisme, nationalisme, modern imperialisme, wapenwedloop, bondgenootschappende verschillende Europese bondgenootschappende aanleiding: de aanslag op Frans FerdinandPersonen:Frans FerdinandGavrilo PrincipVideo's: